dinsdag 22 februari 2011

Het kwintet van Roger Vanhoeck

Wat een opgave, zeg! Dan ben je drieënzestig jaar geworden, heb je heel je leven gelezen en dan vragen ze je om vijf titels te vermelden die een onuitwisbare indruk op jou gemaakt hebben.
En toch ga je de uitdaging aan. Dan wordt het pas echt gekkenwerk.

Nou ja, kijk, hier is mijn lijstje:

Als knaapje van tien (zo tot mijn twaalfde) heb ik alle verhalen gelezen van Arendsoog en Witte Veder, cowboy en indiaan. Ik had het zo erg te pakken dat mijn moeder er niets anders op vond dan het peertje boven mijn bed er simpelweg uit te draaien. Het duurde even voor ik een oplossing had. Gelukkig leende een vriendje mij een zaklamp. Zo kon ik ongestoord, onder de dekens, verder lezen tot het bijna ochtend was. En daarna, slaperig en met rode ogen naar school.

Ik Jan Cremer  leerde mij enkele jaren later kennismaken met een heel andere wereld. Weer moest het in het geheim gebeuren.
Op een dag kwam mijn vader, die anders nooit las, thuis van zijn werk met een boek. Het zat gewikkeld in bruin inpakpapier. Hij zei er niets over, liet het boek ergens in huis verdwijnen. Geheimzinnig!
Dat was natuurlijk zonder mijn detectiveaanleg gerekend. Ik vond het diep in de kast, onder een stapel wasgoed. Amaai, heb ik daarin met rode oortjes zitten lezen en herlezen!

De dood van een non van Maria Rosseels was van een heel andere orde. De manier waarop die dame de innerlijke strijd en twijfel van een kloosterlinge beschreef, heeft een heel diepe indruk op mijn gemaakt. Ik was dan al een eind in de twintig en heb daarna bijna alle boeken van Rosseels gelezen. Misschien gaf die lectuur ook voeding aan mijn eigen twijfels over God en gebod.

Omdat ik vrees dat van alle boeken die ik hierboven vermeldde enkel met veel goede wil nog een exemplaar op de kop valt te tikken, voel ik me nu ook moreel verplicht om enkele recente boeken aan te halen.
Wat een moeilijke keuze! Het aanbod is zo overweldigend. Niemand krijgt ooit gelezen wat hij zou willen lezen. Door mijn keuze doe ik anderen tekort, maar ja…
Niet het mooiste boek, niet het liefste, niet het meest romantische maar wel een boek dat je naar de keel grijpt:Dorst van Michaël Kumpfmüller.
Op een snikhete dag laat een vrouw haar beide kinderen achter in haar appartement. Ze is niet zinnens om lang weg te blijven, maar ze raakt het spoor bijster en zichzelf kwijt. Van bij aanvang weet je dat het slecht gaat aflopen en toch zuigt het verhaal je mee. Je krijgt er zelf dorst van.

Tenslotte, na lang aarzelen tussen ‘Een schitterend gebrek’ van Arthur Japin en Grijze Zielen van Philippe Claudel, kies ik toch voor deze laatste. Wat een virtuositeit, zowel in taal als in plot! Het is een boek om telkens opnieuw te lezen en te huiveren van het contrast tussen de hardheid van het verhaal en de sprankel van de taal. Lezen, mensen! En genieten!

Wat een ongelooflijk armtierig rijtje heb ik hier neergepoot. Het zij zo.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten