dinsdag 22 februari 2011

Het kwintet van Tonie Mudde

Eindelijk een kans om mijn favoriete auteurs lof toe te zingen! Hier 5 boeken die ik niet alleen overdonderend mooi vond, maar waarin ik bovendien een wijze schrijfles meende te ontdekken. (Of ik er vervolgens ook in slaagde die schrijfles in de praktijk te brengen is een heel ander verhaal… Of, zoals mijn vader ooit zei: ‘In theorie kan ik uitstekend voetballen’.)

Less than zero, Bret Easton Ellis
Het boek in 1 zin: Portret van ontsporende rijkeluispubers in Los Angeles.
Les: Hoe je al in de openingszin op subtiele wijze het naderend onheil kunt aankondigen. ‘Mensen zijn bang om in te voegen op de snelweg in Los Angeles, dat is het eerste wat ik hoor als ik weer terug ben in de stad.’

Dzjan, Andrej Platonov
Het boek in 1 zin: Man uit Moskou reist af naar zijn geboortestreek om een woestijnvolk te overtuigen te verhuizen naar vruchtbare grond.
Les: Over de wisselwerking tussen decor en verhaal. In Dzjan bestaat het decor uit louter zand en stof, de personages zijn vegeterende armoedzaaiers. Het decor is dood, de personages zijn halfdood. Platonov speelt met die 2 elementen een ingenieus spel van contrasteren en versterken.

In Cold Blood, Truman Capote
Het boek in 1 zin: Reconstructie van de moord op een Amerikaans boerengezin.
Les: De werkelijkheid is vaak grilliger, wreder en mooier dan je als romancier ooit bij elkaar kunt verzinnen.

Alles is verlicht, Jonathan Safran Foer
Het boek in 1 zin: Jonge Amerikaanse schrijver reist door de Oekraïne om zijn familiegeschiedenis te reconstrueren.
Les: Denk nooit: ‘Daarover is al zó vaak geschreven, laten we er maar mee ophouden.’ Foer (1977!) schreef met zijn verbeeldingskracht een ongekend origineel en ontroerend boek over de tweede wereldoorlog.

Story, Robert McKee
Het boek in 1 zin:  Ultieme handboek voor (scenario-)schrijvers die het even niet meer zien zitten. 
Les: Zelfs het meest complexe verhaal is in een paar heerlijke overzichtelijke formules en schema’s samen te vatten. Een van de wetten van McKee: ‘Het verhaal is zo sterk als de tegenkrachten van de hoofdpersoon.’ Voorbeeldje. Stel je hoofdpersoon heeft als doel ‘vrijheid’. Wat is dan het ergste dat hem kan overkomen? Dat de schurk hem opsluit in een isoleercel waaruit onze held zichzelf met geweld moet bevrijden? Dat zou een fraaie knokfilm kunnen opleveren. Maar McKee daagt uit om langer door te denken. Want wat is écht het allerergste voor iemand die vrij wil zijn? Antwoord: dat hij denkt dat hij vrij is, terwijl hij eigenlijk een slaaf is. En ineens zijn daar de verhalen met meer diepgang: The Matrix, Truman Show, etc. Wil het na de schrijftips van McKee nog steeds niet lukken met het eigen verhaal? Dan is er altijd nog de troost dat McKee zelf ook nog nooit een script heeft geschreven dat verfilmd is. 

Tonie Mudde debuteerde deze maand met ‘Spaghetti Spoetnik’, een bitterzoete roman over macht, seks en sterrenkunde. (Uitgeverij Podium)

Het kwintet van Kester Freriks

Vijf boeken die mijn leven en schrijven veranderden


J. Slauerhoff – Het verboden rijk(1932)
Er bestaat geen mooiere roman over de zoektocht naar een geliefde dichter. In Het verboden rijk volgen we een marconist die in China de sporen natrekt van de zestiende-eeuwse Portugese dichter Luís de Camões. Op tal van plekken, zelfs tot diep in het onmetelijke rijk, meent hij de poëtische geest van de dichter te vinden. Schitterend beschreven is de ontheemding van de marconist, een man die ooit op de grote vaart voer maar nu zijn dagen in een hotelkamertje slijt. Onthechting, onrust, eenzaamheid zijn de prachtige motieven die dit boek overheersen. Bovendien overwint de marconist aan het slot van de roman de tijd: zijn twintigste eeuw en de zestiende eeuw van de dichter vallen samen. Zonder dit boek had ik nooit mijn romandebuutHölderlins toren (1981)  geschreven.

J.A. Baker – The Peregrine (De slechtvalk, 1967)
Nooit eerder is zo indringend, poëtische en nauwkeurig over een roofvogel geschreven als de Britse auteur en natuurkenner J.A Baker doet in De slechtvalk. Een herfst en winter lang volgt hij in de heuvels, valleien en rivierdalen van East-Anglia (Oost-Engeland) de mysterieuze, gevleugelde verschijning die de slechtvalk, deFalco peregrinus, is. Ik las het boek op mijn zeventiende en herlees het elk jaar. Baker weet in schitterende taal het wezen van deze valk te vangen, die tijdens de jachtvlucht snelheden behaalt van meer dan 350 kilometer. Voor mijn boek De valk. Over valkerij en wilde vogels (2008) vormt De slechtvalk de onbetwiste bron van inspiratie. Zowel voor Baker als voor mij is een ‘slechtvalk gevleugelde wildernis’.

Maria Dermoût – De tienduizend dingen (1955)
Een vrouw leeft op een tuin ergens aan de baai van het eiland Ambon in de Molukken. Elk jaar op Allerzielen gedenkt zij de doden die dat jaar zijn gevallen; de mensen die verdronken zijn, wreed vermoord, door geweld omkwamen. Een van de doden is haar eigen zoon, Himpies. Het verdriet erover is onmetelijk. Maar aan het slot verzoent zij zich met het kwaad in het leven. Op oosterse wijze beseft zij dat leven en dood onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden. Een juweel van vertelkunst uit de Nederlands-Indische literatuur. Dit boek heeft me blijvend beïnvloed. In mijn biografie Geheim Indië. Het leven van Maria Dermoût (2000) heb ik geprobeerd de grandeur van dit boek uit te drukken. In 1996 reisde ik naar Ambon om de Tuin van Kleyntjes, zoals de plek heet, te bezoeken. Tuin en huis liggen er alsof Maria Dermoût elk moment te voorschijn kan komen. Tijdens het schrijven van Gehuwde dochter (2010) heb ik vaak een Maria Dermoûts meesterwerk gedacht.

Robert Macfarlane – The Wild Places (De laatste wildernis, 2008)
De Britse schrijver Macfarlane maakt in dit indrukwekkende natuurboek een reis door Engeland en Schotland. Hij is ervan overtuigd dat er in het geïndustrialiseerde westen nog wildernis bestaat en dat de sensatie van wildernis nog te beleven is. In verschillende gebieden geeft hij gehoor aan de roep van de wildernis. Hij beklimt bergen, zwemt in beken, volgt holle wegen, zeilt naar eilanden en doorkruist levensgevaarlijk laagveen. Macfarlane analyseert ons verlangen naar wildernis. Zonder The Wild Places had ik het Nederlandse equivalent dat ik Verborgen wildernis (2010) noem niet kunnen schrijven. 

Gerard Reve – Op weg naar het einde (1963) en Nader tot U (1966)
Boeken die me altijd bij zullen blijven. Aangrijpende passages over wanhoop, twijfel, verlatenheid, Godsbesef en de martelende kracht van liefde gecombineerd met stilistische brille. Reve leerde me dat schrijverschap zijn rechtvaardiging ontleent aan nietsontziende, volledige inzet. Zijn gevecht met ‘het zinloze feit’ als romanmotief is onvergetelijk. Tijdens het schrijven aan Grand Hotel Lembang (1979) lagen deze brievenboeken van Reve altijd op mijn werktafel. 

Gehuwde Dochter, roman van Kester Freriks, van uitgeverij Conserve is nu verkrijgbaar

Het kwintet van Floortje Zwigtman

Vijf boeken die mij als schrijver hebben gevormd. En mij blijven vormen.


My family and other animals – Gerald Durrell
Dit was het eerste boek dat niet speciaal voor kinderen bedoeld was, dat ik als 12-jarige las. Het is een van de boeken die ik ook als volwassene nog steeds graag herlees en daarom misschien een vroeg voorbeeld van (onbedoelde) cross-overliteratuur. Durrells beschrijving van zijn jeugd op een, toen nog niet door toeristen ontdekt, Grieks eiland is een onweerstaanbare combinatie van poëzie en vriendelijk absurdisme. Niemand kan zo mooi schrijven over olijfbomen, knoestig als oude mannen, en verlaten baaien met water zo helder dat het lijkt of de vissen boven de zeebodem zweven, als Durrell. Maar de show wordt gestolen door zijn excentrieke familie en hun zo mogelijk nog vreemdere entourage: vage, onverstoorbare Moeder, de bulderende taxichauffeur Spiro, de Belgische consul die vanuit zijn raam op zwerfkatten schiet… En bovenal sarcastische broer Larry die met zijn bloemrijke tirades de kiem legde voor mijn liefde voor de talige humor van Wilde, Saki, John Cleese en Blackadder.

Wuthering heights – Emily Brontë
Na de romantiek van Jane Eyre was de enige roman van Charlotte Brontë’s jongere zus even wennen. Emily Brontë’s stijl is zeer sober voor de 19e eeuw, zakelijk, afstandelijk bijna, maar daarom juist zo geschikt om een liefdesgeschiedenis te beschrijven die zo gepassioneerd is dat deze in de handen van een minder begaafd auteur in een melodrama zou veranderen. Het verhaal van de liefde tussen Cathy en haar pleegbroer Heathcliff, onsterfelijk in het hiernamaals maar onmogelijk in deze wereld, wordt verteld door de nuchtere huishoudster Nell, met een eerlijkheid die voor veel Victorianen niet te verteren viel. Cathy en Heatcliff zijn echte mensen, vasthoudend maar ook wreed in de liefde, waardoor Wuthering Heights een van de eerste psychologische romans was die ook de duisterste kant van de mens durfde te belichten.

Junk – Melvin Burgess
Burgess’ portret van jonge heroïnejunks in het Bristol van begin jaren ’80 was een verademing na alle sympathieke, o zo politiek correcte jongeren uit de jeugdboeken van Beckmann en Terlouw. Burgess probeert zijn leespubliek niet op te voeden door het goede voorbeeld te geven, maar daagt het door zijn provocaties uit tot nadenken. (Zo laat hij in deze roman een van zijn personages vrolijk verklaren: ‘Me and Sal, we’ve got this amazing job at the massage parlour.’) Ik was zelf al volwassen en stond aan het begin van mijn schrijfcarrière toen ik deze jeugdroman las en dacht: zó kan het dus ook. Boeken voor jongeren hoeven niet ‘veilig’ te zijn. Dat voelde enorm bevrijdend: ik hoefde mijn lezers niet op te voeden, ik mocht hen de wereld laten zien zoals die werkelijk was.

London The Biography – Peter Ackroyd
‘Ackroyds gift is to write history in the idiom of a poet’ schreef de Daily Telegraph over Ackroyds stadsbiografieën. En inderdaad, niemand weet genius loci te vangen in zulke fraaie taal als hij. De biografieën die Ackroyd over Londen en Venetië schreef, zullen de historicus misschien te anekdotisch en te subjectief zijn, maar wie de ziel van een stad wil leren kennen, kan geen betere gids vinden dan hij. In thematische hoofdstukken voert Ackroyd je in zijn Londen biografie langs de straten en pleinen, de geuren en kleuren, de dromen en spoken van Engelands hoofdstad en doet dat zo beeldend dat de stad niet langer een opstapeling van dode stenen is, maar een levend, ademend organisme met zijn eigen karaker en verleden, hoop en vrees.  

The little stranger – Sarah Waters
Sarah Waters leerde ik pas kennen toen een kennis van mij na verschijning van Schijnbewegingen tegen me zei: ‘Jouw boeken doen me zo aan die van haar denken.’ Ik bevond me toen in de luxe positie dat er drie romans van haar hand op me lagen te wachten en ik heb ze achter elkaar uitgelezen. Sarah Waters is een van de beste literaire verhalenvertellers van dit moment en hoewel ze voorlopig nog de eeuwige genomineerde is, is het slechts een kwestie van tijd voor ze ook daadwerkelijk een grote literaire prijs zal winnen. Kenmerkend voor Waters is haar lef om belegen romangegevens fris, nieuw leven in te blazen. Dat deed ze in Fingersmith met het gegeven van de gestolen identiteit en nu doet ze het weer, met een ouderwets spookverhaal, dat in Waters’ handen een intelligent spel met de verwachtingen van de lezer wordt, die op de laatste bladzijde moet constateren dat hij zijn interpretatie van de gebeurtenissen geheel moet herzien en het boek tot zijn vreugde, met een nieuw inzicht, nog eens kan lezen. 


Spiegeljongen van De Fontein is nu verkrijgbaar.

Het kwintet van John Biguenet

Disasters waiting to happen

At the beginning of the last century, a young Jewish law student in Prague, scribbling a letter in German to his schoolmate Oskar Pollack, offered this fearful advice on literature: "I think we ought to read only the kind of books that wound and stab us. . . .  A book must be the axe for the frozen sea inside us."  Franz Kafka, who would go on to become an inconspicuous clerk in an insurance firm and, I would venture, the voice that centuries hence will continue to speak for our age, even as a student understood the task of literature: "If the book we're reading doesn't wake us up with a blow on the head, what are we reading for?"  Readers of the following works are advised to wear a helmet.

            In his chilling tale of modern justice, The Trial,Kafka develops an image of the inexplicably culpable citizen caught in the state's inexorable legal machinery.  But it is "In the Penal Colony," included in The Complete Stories, that displays the greatest prescience about the twentieth century.  The author, whose whole family, within twenty-five years of the publication of this story, would be exterminated in Nazi concentration camps, allows the assistant to the Commandant of a penal colony to elucidate a new theory of justice: "My guiding principle is this: Guilt is never to be doubted."  The formalities of prosecution and defense are abandoned in favor of immediate execution.  (The gallows, too, yield to a technological marvel that, like the gas chambers of Auschwitz, is emblematic of this new jurisprudence.)  Thus are we introduced to the spirit of our times.

            Another master of German, also a native of Prague, provokes in us the same uneasiness through exquisite lines of verse.  In his profound meditation on the human condition, the Duino ElegiesRainer Maria Rilke proposes that "beauty is nothing but the beginning of terror, which we are just able, for the moment, to endure."  And what is the lesson of such awe-inspiring beauty?  In another poem, he explains in a single sentence.  Though a sonnet is little enough room to develop an argument of these dimensions, the poet waits until the last half of the last line of "Archaic Torso of Apollo," found in The Selected Poetry of Rainer Maria Rilke, to challenge his reader with the intimate and troubling declaration: "You must change your life." 

            Though Rilke assures us that beauty "disdains to annihilate us,"  neither will it save us.  Only fairy tales, after all, end with the formula "And they lived happily ever after."  Everything else, we call literature.  A Neapolitan proverb, for example, takes a rather literary view of love: "A year of flames, a century of ashes."  The embittered Italian spouse who first uttered those disconsolate words would have understood the final, crushing sentence of a love story by a provincial Russian physician and, as it happened, the greatest short story writer of his age.  In the conclusion of Anton Chekhov's "The Lady with the Pet Dog," in The Portable Chekhov, two lovers, having yielded to their love and reunited, now face the future:  "And it seemed as though in a little while the solution would be found, and then a new and glorious life would begin; but it was clear to both of them that the end was still far off, and that what was to be most complicated and difficult for them was only just beginning."

            "Complicated and difficult," Chekhov writes, but perhaps not impossible.  Some years ago, buffeted on a long night flight through a winter storm, I huddled in the meager light of the reading lamp above my head and paged through a copy of Time.  In an article on W.H. Auden's recent death, the magazine offered the first stanza of "Lullaby" from the British poet's Collected Shorter Poems 1927-1957.  As the plane plunged through the tumultuous sky towards a frozen city where someone I loved was waiting, I distracted myself by memorizing the long sentence that composed that stanza:

            Lay your sleeping head, my love,
            Human on my faithless arm;
            Time and fevers burn away
            Individual beauty from
            Thoughtful children, and the grave
            Proves the child ephemeral:
            But in my arms till break of day
            Let the living creature lie,
            Mortal, guilty, but to me
            The entirely beautiful.

Taken by the easy grace of its form and, especially, of the delicacy of its rhyme, I looked away from the page and found myself staring into the reflection of my own face in the window stippled with ice as my lips mumbled Auden's sentence over and over again, while all around me the other passengers slept or, roused by the storm, clung to one another.

            Yet no matter how desperately we cling to one another, our grip must eventually loosen.  The heartbroken narrator of Jorge Luis Borges' "The Aleph," from The Aleph and Other Stories 1933-1969, laments the death of his beloved Beatriz.  The tale seems to coalesce around the eponymous Aleph, a "small iridescent sphere" in which one may glimpse, in a single instant, the whole of the universe in all its infinitesimal detail.  Consider the daunting task of the writer who dares to undertake such a description; Borges allows himself only a single sentence to convey the cosmos.  But that is not the sentence that makes us tremble.  Meditating upon the lesson of the Aleph, his narrator admits the tragic and inexorable truth: "Our minds are porous and forgetfulness seeps in; I myself am distorting and losing, under the wearing away of the years, the face of Beatriz."

            Young Kafka, in what was to prove to be the last letter to his boyhood friend, does not merely insist upon his own belief that books should disquiet us but also vehemently objects to Pollack's contention that books should make us happy.  "Good Lord, we would be happy precisely if we had no books, and the kind of books that make us happy are the kind we could write ourselves if we had to.  But we need the books that affect us like a disaster. . . ."  Be forewarned that Kafka, Rilke, Chekhov, Auden, and Borges are disasters waiting to happen to you.                 

Het Open Gordijn (The Torturer's Apprentice) van uitgeverij Ailantus is nu verkrijgbaar.

Het kwintet van Aifric Campbell

My first choice is very easy since I already know the book that I will continue to re-read for the rest of my life: Chekhov’s short stories. I have never come across another writer whose heart is more finely tuned to the human spirit and the small moments of everyday life. There are many Chekhov collections but my favourite is “The Essential Tales of Chekhov” (Granta, 1999) which is edited by the writer Richard Ford and includes a very fine essay by him.

Choosing the other four titles feels like throwing a party and leaving lots of good friends off the guest list, so what follows is a combination of books that have changed me and books that I love.

Oscar Wilde
I think that reading is one of the greatest gifts you can give to a child.  Some of my happiest childhood memories are of that feeling of completeness that you experience in the company of a good book. It was tales such as Wilde’s “The Happy Prince” and “The Selfish Giant” that introduced me to the magic of storytelling and these were amongst the ones that I began to read to my son when he was very small.

Simone de Beauvoir, “The Mandarins”.
  I first read this when I was a teenager and then devoured everything she had written. It was my first introduction to feminism and I was utterly entranced by her energy and spirit. I haven’t returned to read her since but I know that her writing had a profound effect on my idea of what it meant to be a woman.

John UpdikeThe Rabbit novels
Technically this is cheating, since it’s a collection of four volumes that tell the story of Harry Angstrom, one the most enduring fictional characters of the 20th century. Beginning when he is a young father in the 1960s, each novel covers a decade in contemporary America. A lyrical, brutal drama of the everyday and a true celebration of the human condition in all its wonder.

Scott’s Last Expedition: extracts from the Personal Journals
I have an enduring affection for Captain Scott, the Antarctic Explorer who was narrowly beaten in his race to the South Pole and who froze to death alongside his colleagues in his tent in 1911 only a few miles from a food depot that could have saved them. Scott was very much a product of his time I am entranced by the notion of heroism and self-sacrifice and this very moving story of human endurance.

TS Eliot - because I will never tire of reading his poetry! I keep a collection by my bedside sometimes reading a fragment over and over again. Enduring favourites are “Little Gidding” and “The Lovesong of J Alfred Prufrock” which I first read at school. Reading poetry sometimes feels like hypnosis – when you submit to the touch of the words, it is both comforting and exhilarating and the closest you come to the texture of language.

The Semantics of Murder is nu verkrijgbaar.

Het kwintet van René van Delft

De criteria die voor deze rubriek over vijf aan te prijzen boeken gelden, zijn prettig genoeg rijkelijk vaag. Ik maak van de gelegenheid gebruik om niet een top vijf, maar vijf nummers één in zelfverkozen categorieën te presenteren.
                                                  
Categorie: ABSOLUUT ONMISBAAR 
Auteur: God
Titel: De bijbel
Niet alle teksten die zijn ontstaan onder de uiteenlopende pseudoniemen zijn even leesbaar, maar de beste zijn de moeite van het soms even doorbijten waard. Toppers onder de vele stilistische experimenten zijn Genesis en Prediker, maar er is nog veel meer lekkers te vinden. Qua moraal is de schrijver dubieus en verwarrend tegenstrijdig, rating:lectuur voor boven de twaalf, maar noodzakelijk voor enig inzicht in onze cultuur en ons gevoel. Kleurrijk, verrassend en vaak ontroerend goed bedoeld, werkt het bij vlagen als zalf voor de ziel.

Categorie: EENVOUD
Auteur: Marie Kessels
Titel: De god met de gouden ballen
Ware eenvoud is nooit simpel ongecompliceerd of louter afwezigheid van pretentie. Marie Kessels geeft via het raampje van de kiosk waar de ik-figuur appelflappen verkoopt, zicht op het gehele universum in al zijn majesteitelijke raadselachtigheid. De ordening van maandverband en pakjes sigaretten roepen een betoverende spanning op tussen aristotelische systematisering en religieuze mystiek. Alles geeft licht.

Categorie: DIK EN ALLES GOED
Auteur: J.J. Voskuil
Titel: Bij nader inzien
In maar drie romans met veelal korte zinnen heeft Voskuil meer geschreven dan menig schrijver zal durven wensen. Boeken die soms schijnbaar een aaneenschakeling zijn van banale voorvallen als wandelen in de regen of karnemelk kopen, maar die op het tweede gezicht hun dikte waarmaken in een brede omvang van psychologische, historische, humoristische, emotionele, sociale en existentiële dimensies.

Categorie: ECHTE LITERATUUR
Auteur: Gerard Reve
Titel: Nader tot U
Er zijn zo acht titels die we kunnen noemen als ‘beste’ van Reve, afhankelijk van de stemming, maar Nader tot U is een van de eerste daarvan waarin echte literatuur in Nederland eigenlijk pas ontstaat. De combinatie van humor enerzijds en anderzijds het gepolijste besef van het menselijk bestaan in al zijn gruwelijke uitzichtloosheid, angst, kilte en vruchteloos verlangen naar iets hogers, laten de lezer dankbaar zijn dat hij leeft, want anders had hij dit niet kunnen lezen.

Categorie: LEUK
Auteur: Flann O’Brien
Titel: De derde politieman
Het is niet moeilijk om absurde dingen te schrijven. Het is wel moeilijk om absurde dingen te schrijven die achteraf op een bepaalde manier zinnig blijken, die de ernst van het leven raken en op een over de grenzen van betamelijke meligheid heen sleurende manier lollig zijn.
Ook al gaat de hoofdlijn van het verhaal over betrokkenheid bij een moord, terloops houdt de ik-figuur ons, onder andere via uitvoerige voetnoten over de betreffende secundaire literatuur, op de hoogte van zijn studie van de werken van ene De Selby die zich met bijna alles bezighoudt, zelfs met (citaat): ouderdom, liefde, zonde, dood en dergelijke levensvragen meer. Hij besteedt er weliswaar slechts een regel of zes aan, doch dit is te wijten aan de vernietigende stelling dat ze allemaal ‘onnodig’ zijn. Hoe wonderlijk het ook schijnen mag, deze stelling wordt rechtstreeks afgeleid uit zijn ontdekking dat de aarde geenszins een bol is, maar ‘worstvormig’.

Het kwintet van Chris Priestley

Books mean different things at different times, and the effect they have is not always down to their literary merits.  I found it very difficult to list just five books and I could list another five tomorrow that meant as much to me in different ways at other times. But today, these are my five books. . .  

Charles Dickens – A Christmas Carol

I have been re-reading Dickens lately.  This book would probably be on this list whenever I wrote it.  A Christmas Carolwas read to me by a teacher when I was eight or nine.  It had a huge impact on me, not just as literature but in the way it attacks greed and meanness of spirit. The seamless mix of the real and imaginary is wonderful and though – like all Dickens – it can be too sentimental, it is also very dark in places.  And one of the great opening lines of literature too - Marley was dead: to begin with.

Gerald Durrell – My Family and Other Animals

We did this book at school and though my life – like just about everyone else’s I would imagine – was totally unlike the eccentric Durrell family’s, this story of Gerald’s childhood on Corfu in the 1930s evoked memories of my own carefree childhood in Gibraltar where my father, then in the army, was stationed during the 1960s.  I read it to my son a couple of years ago and he loved it too.  It is a very funny book.

John Fowles – The Magus

Fowles seems not to be very highly regarded now, and I have never re-read this book for fear that I might spoil a youthful enthusiasm.  I think I have read all Fowles’ books and The French Lieutenant’s Woman was another I really enjoyed.  But it was The Magus that really grabbed me with its tale of a young teacher lured into a maze of mind games on a Greek Island.  When I was 20 or so I found it absolutely mesmerising.  It may not be the best book I have ever read but it was definitely one of the books that made me want to write.  Every writer wants their reader to be compelled to turn the page, and Fowles certainly did that for me.

Edgar Allen Poe – Collected Tales and Poems

Nothing quite prepares you for the strangeness of Edgar Allan Poe’s stories, but if they grab you – as they did me – then they won’t easily let go. The best of his stories are superb:  William Wilson, The Tell-tale Heart, The Fall of the House of Usher.  They are hallucinogenic and disturbing and absolutely brilliant.  I’m not sure I’ve ever recovered from the effect they had on me when I first read them. Some writers change how you people your imagination.  Poe is one of those writers.

Cormac McCarthy – The Road

I could have put McCarthy’s All the Pretty Horses here on another day, but The Road had a devastating effect on me when I read it recently.  This book shows how vibrant the novel still is.  It is a difficult and emotionally exhausting book to read and I would not advise approaching it without some reserves of joy, but it is a master class in writing and everyone – absolutely everyone - should read it.

Het kwintet van Greetje van den Berg

Als ik lezingen geef, wordt er regelmatig aan me gevraagd of ik alleen maar familieromans lees. Verbazing alom als ik meld dat mijn voorkeur voor boeken heel divers is. Het hoort een beetje bij de vooroordelen over auteurs van familieromans. Als men mij uitnodigt om iets over mijn werk te vertellen, wordt er ook nog altijd een taart in een bloemetjesjurk verwacht: het kledingstuk dat onvermijdelijk bij een familieroman schijnt te horen.
Ik ben zo ongeveer opgegroeid met de familie- en streekroman. In het christelijke gezin waar ik opgroeide, stond weinig anders in de kast. Met dat feit heb ik geen moeite want deze boeken werden wel de aanzet voor mijn plezier in zowel lezen als schrijven.
Vijf boeken op een lijstje zetten, lijkt veel eenvoudiger dan het is. Na rijp beraad heb ik er toch vijf uit weten te kiezen. Ik denk dat je kunt zeggen dat ze mij hebben geïnspireerd en mijn leesgenoegen hebben gestimuleerd.


Het woeden der gehele wereld – Maarten ’t Hart

Jaren later intrigeerden de boeken van Maarten ’t Hart me. Het christelijke deel van Nederland zette zich er zwaar tegen af en dat wekte juist mijn nieuwsgierigheid. Voor mijn allereerste uitzending van een boekenprogramma van de lokale omroep in de Noordoostpolder, interviewde ik Maarten’t Hart telefonisch in 1993. ‘Het woeden der gehele wereld’ was net uitgekomen en met dat boek begon mijn jarenlange liefde voor zijn werk. Zijn aversie tegen het christelijk geloof druipt er met enige regelmaat vanaf. Dat heeft me nooit gechoqueerd, maar wel tot nadenken gestemd. Eerlijkheidshalve moet ik opmerken dat er een moment kwam waarop ik dacht: ‘Daar begint ‘ie weer.’
Ik bewonder zijn gave om literatuur toegankelijk te maken. Ik heb hier ‘Het woeden der gehele wereld’ boven gezet maar in feite had het ook een van z’n andere titels kunnen zijn.


Anne Karenina – Tolstoj

Dit boek is natuurlijk dé liefdesroman aller tijden. De prachtige Anna is getrouwd met de twintig jaar oudere Aleksej Karenin als zij verliefd wordt op de jonge officier graaf Wronski. In hem vindt ze waar ze naar smacht: humor, passie en de aandacht die ze van haar man niet krijgt. Ze wordt zwanger van hem, maar haar echtgenoot vindt maatschappelijk aanzien zo belangrijk dat hij van haar eist dat ze zal doen alsof er niets aan de hand is. Uiteindelijk gaat zij toch verder met Wronski, maar Karenin weigert te scheiden. Vrienden verlaten haar en ze wordt achtervolgd door schuld en schaamte. In zo’n geval wordt het wel heel moeilijk om de liefde vast te blijven houden. Het einde van Anna is tragisch. De liefde voor Wronski is voorbij en ze ervaart haar situatie als zo uitzichtloos dat ze zelfmoord pleegt. Naast Anna speelt het verhaal van Lewin een minstens zo grote rol in dit boek. Toch hoor je daar bijna niemand over. Misschien omdat zijn liefdesleven een stuk rooskleuriger eindigde dan dat van Anna.
Ik heb inmiddels verschillende Russische klassiekers gelezen, maar Anne Karenina is me het meest bijgebleven. De manier waarop Tolstoi gevoelens onder woorden weet te brengen: ‘Verveling is het verlangen naar verlangens.’ Prachtig toch?


De zwemmer – Zsuzsa Bánk

Van ‘De zwemmer’ zou je kunnen zeggen dat er vooral gezwegen wordt. Het boek speelt zich af vlak na de Hongaarse opstand van 1956. De moeder van het gezin is met een vriendin op de trein gestapt en vervolgens naar het Westen gevlucht. Man, zoon en dochter blijven verloren en verweesd achter en trekken naar vrienden en naar familieleden. Ze zijn voortdurend onderweg, verblijven steeds bij andere mensen en niemand uit zijn gevoelens. Het gevoel van heimwee en eenzaamheid blijft aanwezig. De moeder vindt in het Westen weliswaar de vrijheid, maar het is een bittere vrijheid zonder haar gezin. De kinderen proberen manieren te vinden om het verleden achter zich te laten. Een indrukwekkend boek vol stilte en eenzaamheid.


In zijn arm de lammeren – Cornelius Lambregtse

Pure nostalgie. Dit boek dat ik voor het eerst las toen ik een jaar of veertien was en dat heb ik daarna nog zeker drie keer gedaan. Als je het over een streekroman hebt, dan is dit een echte. Het boek speelt zich af in het bevindelijke gereformeerde milieu in Zeeland zo rond 1920. Als lezer moet je even wennen aan het Zeeuwse dialect maar mijn ervaring is dat je daar al snel in zit. De wereld wordt gezien door de ogen van Fransje, een jongetje van een jaar of drie dat in een arm gezin opgroeit. Het is een ernstig, intelligent kind dat zijn ouders regelmatig vragen stelt die ze niet kunnen beantwoorden. Uiteraard speelt het geloof een prominente rol, maar het wordt op een eerlijke, ontroerende manier beschreven.


Koningsmoord – Hanne-Vibeke Holst

De hoofdpersoon in dit boek is Linda Lykke Jacobsen. Zij is de echtgenote van de machtige politicus Gert Jacobsen, die haar stelselmatig vernedert en mishandelt. Alles aan die man is verkeerd en toch komt hij niet ongeloofwaardig over. Hij walgt van zijn vrouw die haar toevlucht tot de drank heeft genomen om haar ellendige bestaan te kunnen verdragen. Zijn jonge Turkse statiaire Yasmin mag zich in wel zijn belangstelling verheugen. Juist deze twee dames in het leven van Gert Jacobsen vinden elkaar later in een centrum waar mishandelde vrouwen worden opgevangen. Het is de Deense schrijfster Hanne-Vibeke Holst gelukt om zo’n zwaar onderwerp toch met enige humor te beschrijven. Bovendien loopt het verhaal als een trein. Terwijl manlief op slinkse wijze het partijleiderschap van de Sociaal-Democratische Partij tracht te veroveren, probeert Linda een manier te vinden om aan haar man en huwelijk te ontsnappen. Dat doet ze uiteindelijk op originele wijze. Aan het einde van het boek kreeg ik werkelijk de neiging om voor Linda te applaudisseren. Zo zouden meer vrouwen moeten zijn. ‘Koningsmoord’ is het vervolg op ‘Kroonprinses’ dat zich ook in de Deense politiek afspeelt, maar het is prima zelfstandig te lezen.