zaterdag 24 mei 2014

Het Kwintet van Bram Dehouck

1. Portret van een verloren jongeman - Charles Perry 

Een verstikkende moederliefde drijft een jongeman naar de misdaad. Het enige boek dat Perry ooit schreef is een aangrijpende en verbijsterende stomp in je maag. Het laat je achter met een krop in de keel die je lange tijd niet weggeslikt krijgt.

2. Boetekleed - Ian McEwan

Een kinderlijke fantasie eindigt in een catastrofe. Dit familiedrama waarin jonge levens geknakt worden is van een grootse klasse, geschreven in een meesterlijke stijl. McEwan op zijn best.

3. Anus MundiWieslaw Kielar

Wieslaw Kielar kwam in 1939 met het eerste transport politieke gevangenen aan in Auschwitz I. Hij kon toen niet vermoeden dat het kleine concentratiekamp zou uitgroeien tot het symbool van de Holocaust. Anus Mundi is een uniek verslag van een man die Auschwitz van het begin tot het einde meemaakte.

4. De peetvaderMario Puzo

De peetvader is een magistraal familie-epos. De jonge Michael Corleone wordt ongewild Don in de maffiafamilie Corleone en groeit uit tot een meedogenloze maffiabaas. Het verhaal is groots van opzet: de tijd die het omspant, het aantal personages, maar ook in de ontwikkeling van het hoofdpersonage. Het kon niet anders dan dat dit boek zou uitmonden in drie tijdloze filmklassiekers.    

5. Het meisje dat hield van Tom Gordon - Stephen King


Een meisje verdwaalt in een natuurpark. In dit boek met de langste titel maar het minste aantal pagina's uit zijn oeuvre toont King zijn psychologische meesterschap. King bewijst in dit boek dat hij geen buitenaardse wezens nodig heeft om de spanning ten top te drijven.

Hellekind van uitgeverij De Geus is nu verkrijgbaar

vrijdag 23 mei 2014

Het Kwintet van David Hewson


Foto: Mark Bothwell
Five Books That Influenced Me

I, Claudius, Robert Graves

I grew up in a cold, bleak town in northern England and didn’t set foot outside the country until I was twenty one. Graves’ two books, written as the diary of the emperor Claudius, took me to two places that will always be in my heart: Rome and the eastern Mediterranean. This book, and the sequel Claudius the God were, in the author’s eyes, journeyman hack work to earn money. They did that many times over, and deservedly so. The story of Claudius is a classic tragedy about a decent man who hates the corruption around him but becomes a pinnacle of that corruption himself when he inherits, by accident, the imperial throne.

A Study in Scarlet, Arthur Conan Doyle

‘There’s the scarlet thread of murder running through the colourless skein of life, and our duty is to unravel it, and isolate it, and expose every inch of it.’ With that one sentence in this the first Sherlock Holmes book Conan Doyle sets the scene for canon of crime fiction. Holmes and Watson are wonderful creations, each dependent on the other. Great story, great title and two characters that will live forever.

The Godfather, Mario Puzo

Like Graves, Puzo saw this book as hack work, and like him too he was wrong. The Godfather is best known for the wonderful two films based on the book. But it’s a masterpiece in its own right for one thing in particular: the portrayal of murderous evil and ambition at the very heart of something we’re supposed to admire as pure and innocent, the family.

The Illustrated Man, Ray Bradbury

We seem to have lost our appetite for linked short story collections. The Illustrated Man shows what a mistake this is. First published in 1951 this uses a tattooed man as a ‘frame device’, the nexus for the tales in the collection, each of which is represented by an animated illustration on his body. It’s a fantastically creative idea even though Bradbury used some of his old stories, rewritten a bit, to beef up the collection. I’ve admired Bradbury ever since I first read him. He mixes up science fiction, mystery and horror, with antecedents ranging from Lovecraft to Swift, and comes up with something uniquely his own.

The 87th Precinct series by Ed McBain


How do you pick one book out of fifty? That’s the problem with Ed McBain’s ground-breaking crime series set in a thinly-disguised New York. McBain pioneered a style of crime that featured an ensemble cast of characters, not a single all-knowing detective. TV soon took up that idea and gave us the modern cop show, all the way through to The Wire. Now we’re adapting TV back into books, as I did with the three versions of The Killing. But McBain went cross-media first of all with the 87th Precinct and these books still pack a sting today.

Poppenhuis (The House of Dolls) van uitgeverij Meulenhoff Boekerij is nu verkrijgbaar

maandag 19 mei 2014

Het Kwintet van Maartje Fleur


Als ik boeken aanraad die ik lang geleden heb gelezen, ben ik altijd bang voor het Pinkeltje-effect. Daarmee bedoel ik dat je iets geweldig vindt, maar als je het boek later herleest, of die film, tv-serie (of ex-geliefde) opnieuw bekijkt je je afvraagt wat je er toen in godsnaam in zag. Ik denk dat deze vijf boeken de tand des tijds wel doorstaan.    

1 Renate Dorrestein: Mijn Zoon Heeft Een Seksleven En Ik Lees Mijn Moeder Roodkapje Voor

Om dit boek van Dorrestein heb ik het hardst gelachen, maar ik vind al haar boeken geweldig. Haar schrijfstijl vind ik superieur omdat het zo precies, geestig en doordacht is. Ik lees de zinnen zoals ik bonbons eet: heel langzaam om alle smaken tot hun recht te laten komen. Alleen haar laatste boek: De Blokkade, dat gaat over haar writersblock, was een kleine tegenvaller. Ik hoop dat ze er snel overheen komt.

2 Anne Tyler: De Toevallige Toerist

Een grappig, verdrietig en empatisch boek over een man die reisboeken schrijft voor mensen die het liefst thuis blijven. Daarom zoekt hij in het buitenland naar restaurantjes en hotels die op thuis lijken. Zelf gaat hij ook ieder risico uit de weg, maar als zijn zoontje overlijdt, ontdekt hij dat die manier van leven niet meer bij hem past. Van Anne Tyler kan ik eigenlijk alles aanbevelen: fantastische schrijfster, met een uitstekend psychologisch inzicht en een subtiel gevoel voor humor.

3 Meg Wolitzer: De Interessanten

Een groepje jongeren ontmoet elkaar op een zomerkamp voor aanstormende kunstenaars. Of ze hun artistieke ambities kunnen waarmaken, daar gaat de rest van dit boek over. Het boek werpt vragen op als: wat is talent? Is het hoogst haalbare om daar je geld mee te verdienen? En wat doe je met jaloezie? Maar het is vooral een fijn boek omdat Wolitzer de personages zo levensecht weet te beschrijven dat het om je eigen vrienden lijkt te gaan. Ik was dagenlang opgeslokt door dit boek en vindt het nu al het beste boek van 2014. 

4 Daphne du Maurier: Rebecca

Voor mijn gevoel ligt dit boek aan de basis van alle vrouwenthrillers: een vrouwelijke hoofdpersoon, een huis en haard-mysterie, vertelt vanuit het ik-perspectief en met gevoel en humor.  Humor en spanning is een  lastige combinatie: zodra je moet lachen, huiver je niet meer, maar Du Maurier kan het. Voor mijn boek De au pair heb ik me door Rebecca laten inspireren: het personage Irma Havers zou zomaar een zusje kunnen zijn van Mrs Danvers.  
          
5  Jan Wolkers: Turks Fruit

Ik las dit boek op de middelbare school en het was een openbaring. Dus hier gaat het leven om, dacht ik: Seks, Liefde, Kunst, Dood. Toen ik in Amsterdam ging studeren, probeerde ik ook een poosje Groots en Meeslepend te leven, maar ik kwam er al snel achter dat ik er niet erg gelukkig van werd.   


De Au Pair van uitgeverij Luitingh-Sijthoff ligt nu in de winkel

donderdag 15 mei 2014

Het Kwintet van Bogaerts


Ondanks de generatiekloof binnen het schrijversduo Bogaerts, hebben vader Willy en zoon Steven op literair vlak nagenoeg dezelfde smaak.

Hun top vijf wordt afgesloten met Stoner van John Williams. Het boek beschrijft het weinig opzienbarende leven van een weinig opzienbarende man. En toch kan deze roman niet beter omschreven worden dan de uitgever het doet. 'Heel soms krijg je een boek in handen dat je wegblaast en verbijstert. Het raakt je in je diepste wezen en doet beseffen dat het nobele beroep van uitgever het mooiste vak op de wereld is.'

Op vier staat Alsof het voorbij is van Julian Barnes. Put het leven ons uit zodat we ons uiteindelijk kunnen verzoenen met de dood? Is een mensenleven meer dan de som van de gebeurtenissen? Laat de tijd de dingen verstarren tot vastgeroeste anekdotes of haalt hij er juist de scherpe kantjes af? Het zijn de vragen die Barnes steeds opnieuw bezighouden. Zo ook in deze roman waarin een man voorgoed afscheid neemt van de beloftes van zijn jeugd.

De derde plaats wordt ingenomen door Tweede persoon enkelvoud van Sayed Kashua, Israëliër, Arabier en schrijver. In deze roman toont hij hoe het is om als Arabier in Israël te leven, en specifiek in Jeruzalem. 'Een verwarrend bestaan', zegt hij zelf, waarin hij moet opboksen tegen vooroordelen, discriminatie en lezers die zijn boodschap niet (willen) begrijpen.

Plek twee werd voorbehouden voor Tsjik van de Duitse schrijver Wolfgang Herrndorf. Dit verhaal van de groteske vakantiereis van twee tieners en hun hilarische avonturen bevat alle ingrediënten van een traditionele road novel : absurde situaties, gebrek aan geld, op niets af reizen, alcohol, ontroering en heerlijke personages die de onvoorwaardelijke sympathie van de lezer krijgen.  

Bovenaan prijkt al jaren Vuurvlinder van Yvonne Vera, een roman over een Afrikaanse vrouw die liefde, geluk en zelfstandigheid wil. Vera, spijtig genoeg pas dertig jaar oud als ze in 2005 overlijdt, is een echte taalkunstenares en haar proza heeft een overrompelende beeldende kracht. Vooral de scène over meer dan tien bladzijden waarin het hoofdpersonage met een priem een abortus pleegt is ijzingwekkend mooi in haar radeloze wreedheid. Vera laat een nieuwe stem horen vanuit het Afrikaanse continent: de stem van de vrouw. Ze hangt geen nostalgisch beeld op, maar ze is eerder op zoek naar een nieuwe identiteit.


Het kan opmerkelijk lijken dat het schrijversduo, dat inmiddels al acht thrillers op zijn actief heeft, resoluut heeft gekozen voor een genre dat niet onmiddellijk aansluit bij hun eigen werk. Wie hun boeken echter beter kent, zal vaststellen dat hun eigenzinnige hoofdpersonage commissaris Claude Bottu niet onderuit komt aan de verpletterende invloed van het verleden op een mens, een element dat ook terug te vinden is in elk van de vijf romans uit de top vijf van Bogaerts. Ook in hun meest recente boek Helium is dat het geval. Daarin worden twee oudere vriendinnen tegelijk verliefd  op de vijfentwintig jaar jongere Antonio, waardoor hun goed afgedekte verleden weer helemaal opengehaald zal worden.

Helium van uitgeverij Houtekiet is nu verkrijgbaar.

woensdag 14 mei 2014

Het Kwintet van Eline de Boo


Aangezien ik pas recent teruggekeerd ben naar Nederland en de twaalf jaren daarvoor in de Verenigde Staten en Japan woonde, toont mijn kwintet voornamelijk literatuur geschreven of vertaald in het Engels. Elk boek maakte indruk, maar het liefst koos ik boeken om een gerechtvaardigde reden. Lezen om te genieten van de kunst of als ontspanning, dat is aan mij als rusteloze calvinist niet besteed. Een boek moet aanleiding geven tot bezinning of op zijn minst tot verdieping leiden. Vandaar dat veel boeken die ik las iets met geschiedenis, religie of cultuur (in het bijzonder Japan) te maken hebben.

Die rechtvaardiging was bij het boek 'The thousand autumns of Jacob de Zoet' van David Mitchell niet moeilijk te vinden aangezien ze al de genoemde elementen bevat. Een boek over een Zeeuw in Japan, net als ik zelf, maar dan ruim 200 jaar eerder, in het jaar 1799. Hij komt daar als boekhouder orde op zaken stellen op de VOC handelspost Deshima, een klein kunstmatig eiland vlak voor de kust van Nagasaki en Japans enige poort tot de buitenwereld. Dit boek is fictie, maar het is meesterlijk hoe Mitchell zijn kennis over Japan, haar geschiedenis en gewoonten, maar ook het menselijk hunkeren naar liefde, erkenning en gerechtigheid in een onbegrijpelijk andere cultuur weet te verweven tot een machtig boek.

'Falling Blossom' geschreven door Peter Pagnamenta en Momoko Williams is gebaseerd op een bundel met 800 brieven zoals een gepensioneerde dame die vond in de spullen van haar overleden schoonmoeder. Ze waren geschreven door een Britse legerofficier, Arthur Hart-Synnot, aan zijn geliefde Masa Suzuki in Japan. Met de beide wereldoorlogen, de verwoestende aardbeving van 1923 en het snel veranderende Japan als decor zien we het verhaal van een liefde op afstand. Alle moeilijkheden van die decennia hebben hun weerslag op hun relatie, maar beiden blijven trouw. Prachtig hoe deze schrijvers hun liefdesverhaal dat culturen en conflicten overstijgt hebben vertolkt, alleen op basis van die stapel stoffige brieven.

Na tien jaar dacht ik veel over Japan te weten, maar toen ik het boek 'When the emperor was divine' van Julie Otsuka las, besefte ik dat er ook een Japan bestaat dat buiten de landsgrenzen beleefd wordt. Otsuka schrijft over een aspect van de Tweede Wereldoorlog dat ik niet kende, namelijk dat van de interneringskampen waarin duizenden Japanse Amerikanen in 1942 vastgehouden werden. Van de een op de andere dag waren ze tot vijand verklaard. Wat doet dat met je als je een gewone burger bent die gewoon zijn brood wil verdienen, voor zijn gezin wil zorgen en denkt dat je in je nieuwe vaderland bent? Japanners tonen niet gauw emoties, maar hoe zit dat in zulke stressvolle omstandigheden wanneer je in de woestijn in barakken met flinterdunne muren in overvolle kamers zit?

De titel 'The housekeeper and the professor' van Yoko Ogawa zou kunnen klinken als een variatie op een goedkoop doktersromannetje, maar niets is minder waar. Het boek vertelt het verhaal van drie mensen. De Japanse wiskunde professor, zijn huishoudster en haar zoon. De professor heeft door een verkeersongeval hersenletsel opgelopen en heeft daardoor een geheugen van niet langer dan 80 minuten. Zijn pak is vol gespeld met briefjes waarop dingen geschreven staan die hij niet wil vergeten. Na het verwerken van de eerste frustraties zie je een genegenheid groeien die alle drie een gevoel van thuiskomen geeft. Heel knap hoe Ogawa voor pure alfa's zoals ik vertedering op kan roepen door kille nummers en wiskundige vergelijkingen heen.

Tenslotte nog toch een Nederlands boek dat ik van mijn uitgever kreeg toen ik twee jaar geleden even op verlof in Nederland was. 'Achtendertig nachten' van Janne IJmker past met het historische decor en de archiefvondsten die de aanleiding vormden wel in mijn rijtje. Elsjen Roelofs wordt in 1767 verdacht van het vergiftigen van haar man en baart in het gevang een meisje. Dat wordt meteen van haar afgenomen en Elsjen blijft alleen en zonder hoop over. Na de bevalling bekommert helpster Janna zich 's nachts over haar en gedurende de achtendertig nachten tot haar berechting vertrouwt ze haar en het papier haar verhaal toe. De meeslepende vertelstijl en de structuur van het boek spreken me bijzonder aan, waarbij je stukje bij beetje de karakters leert kennen, begrijpen en zelfs van ze houden.


Twaalf jaar buitenland was ook qua literaire beleving een geweldig avontuur, maar wat een voorrecht dat ik nu op een slome zaterdag naar een boekhandel kan wandelen en me weer te goed kan doen aan de schoonheid van onze eigen Nederlandse taal.

Blauw Zeil van Uitgeverij Mozaïek is nu verkrijgbaar

donderdag 8 mei 2014

Het Kwintet van Maaike Gerritsen

Liefde van Knausgård lees ik op dit moment. Als ik het uit heb, bestaat mijn lijst van allerbeste boeken uit zo’n 39 titels en daar zit geen non-fictie of poëzie bij, want dan was de lijst nog veel langer. Een boek is voor mij goed als het me aanzet de pen opnieuw ter hand te nemen, als het me, om het wat pathetisch te zeggen, recht in mijn schrijvershart raakt. Stiekem zie ik mezelf tijdens het leven van Liefde al de vrouwelijke Knausgård worden. Niemand kan mij mijn dromen afnemen. Laat me een Donna Quichot zijn. Literatuur geeft me de kans mezelf in een ander (leven) te verbeelden. Lezen maakt mijn leven dragelijk, door te schrijven wordt het hanteerbaar, soms zelfs een feest.

Mijn voorliefde voor boeken over het menselijk tekort met een droeve clown als hoofdpersoon bepaalt dit kwintet. Het gaat steeds om mannen die door hun – meestal onbewuste – potsierlijke, onhandige gedrag in onmogelijke situaties verzeild raken. Veelal betreft het mannen die zich een vorm van buitengewoonheid durven toe te dichten, en die zich daarbij soms zelfs het recht toeëigenen de mensen die hem voor de voeten lopen uit de weg te ruimen.

1. Bardemu uit Reis naar het einde van de nacht vergezelde me op een reis door Spanje toen ik ergens in de twintig was. Telkens als ik het boek las, had ik een grijns rond mijn mond die zich alleen zo nu en dan afwisselde met een lachsalvo bij zinnen als:  ‘Ik reed rammelend met mijn blikken rotzooi van boom tot boom. Alleen mijn prachtige sabel maakte al net zoveel herrie als een piano.’ En: ‘De negers, groot en klein, besloten mijn aftakeling knusjes van dichtbij mee te maken. Ze liepen mijn hut in en uit, ze deden wat ze wilden. Totale vrijheid. We maakten elkaar met gebaren duidelijk dat we het roerend met elkaar eens waren.’

2. Platform: De ‘ik’ neukt zijn vriendin te pletter, verliefd als hij is op zijn eigen lul en zijn befkwaliteiten. Onbedoeld geestige literaire porno, en tegelijkertijd een prachtig boek over liefde en afhankelijkheid in een wereld die zijn eigen ondergang tekent. Visionair pur sang. Beetje meer zelfspot mag...

3. Straf voor het leven: ‘Met mijn rug tegen de muur van het schietkamp voelde ik nog steeds mijn ballen jeuken.’ Prachtige openingszin van de Algerijnse schrijver Mimouni. Gezien door de ogen van de dictator, een gewetensloze op macht beluste charlatan die zijn regime alleen aanpakt om indruk op zijn meisje te maken. Je zou bijna medelijden met deze anti-held krijgen.

4. Raskalnikof is Dostojevki’s mooiste personage. Hij pleegt een moord op een volgens hem slecht mens en denkt daarmee de samenleving een buitengewone dienst te bewijzen, maar er gaat iets mis en zo dood hij ook een goed mens, hij vlucht, wil zichzelf aangeven, maar iemand anders heeft al bekend. De vervreemding en wanen waarin hij verkeert zijn hemeltergend goed opgeschreven.


5. Don Quichot: de meest onschuldige van het stel, maar dat kan ook komen doordat dit de oudste roman is van mijn kwintet. In de loop der eeuwen kreeg de menselijke psyche meer en meer aandacht in de literatuur. Dit boek leerde mij dat je altijd en overal door je verbeelding te gebruiken hoop kunt vinden. Eigenlijk zoiets als het hedendaagse zo populaire ‘omdenken’. Lees dus geen boeken over mindfulness en andere zelfhulpboeken, maar lees Don Quichot: daar knap je gegarandeerd van op!

De Achterblijvers van uitgeverij Anthos is nu verkrijgbaar

dinsdag 6 mei 2014

Het Kwintet van Gerwin van der Werf

Een top-vijf van boeken. Het lijkt leuk om te doen, maar het valt vies tegen. Bij ieder boek dat je selecteert zet je er een stuk of driehonderd in de kou. Het is onmogelijk. Het maken van een top-vijf is een exercitie waarbij chaos en onmacht het altijd winnen van de wil tot ordening.
Maar vooruit met de geit.
Allereerst moet ik mijzelf de vraag stellen wat ik precies in een boek zoek. Ja, Van der Werf, wat zoek jij in een boek? Antwoorden op levensvragen? Mooie praatjes waarmee je indruk kan maken op de vrouwen? Zinnen die je kan jatten? Ideeën die je je eigen nest in kan slepen? Recepten voor appeltaart? Eigenlijk weet ik het niet precies. Ik weet alleen dat iedere keer dat ik een nieuw boek opensla hoop op een wonder, al is het maar een heel kleintje (vooropgesteld dat ik dit boek ook echt graag wil lezen, en dat het mij niet cadeau is gedaan, vergezeld van de mededeling ‘Jij schrijft toch? Dít moet je echt lezen!’).
Zei ik nou hoop? Zei ik wonder?
Hoe red ik me daar uit?
Goed, ik hoop ja, ik hoop op een moment van verrukking. In ieder boek hoop ik in ieder geval iets aan te treffen dat me raakt. Een beeld, een personage, een grap, een rare of een rake opmerking, een inzicht, een zin die je uit je hoofd wil leren. In sommige boeken hoor je een stem doorklinken die zo prettig is dat je ernaar wilt blijven luisteren. Dan maakt het verder nauwelijks uit wat er staat. Deze boeken zijn zeldzaam. De meeste boeken, dat moet ik toegeven, stellen uiteindelijk teleur. Dat is niet erg. Een mooie mislukking is ook wat waard. Een boek begint altijd met hoop. Bij een hoogst enkel boek gaat die hoop in vervulling.

1. Willem Elsschot, Kaas
Ik las dit boek toen in negentien was, en het vind nog altijd de mooiste tragikomedie aller tijden. Toch hebben sommige passages mij pas later, bij herlezing, weten te raken, zoals de volgende: ‘Een vader moet immers iets uit één stuk zijn. Of hij burgemeester is, bookmaker, klerk of losse werkman komt er minder op aan. Maar iemand die begint met jarenlang zijn plicht te doen, wat die plicht dan ook zij, en die dan ineens en ongevraagd een operette gaat spelen als ik met die kaas, is dat nog wel een vader?’
Ja, om zoiets precies te kunnen begrijpen moet je vader zijn, en het idee hebben dat je zelf operettes speelt, bijvoorbeeld met je schrijfambities.

2. Maarten Biesheuvel, In de bovenkooi
Hij woont bij mij in de buurt, aan het andere eind van de lange Burggravenlaan in Leiden, ik heb vrienden die tot zijn intimi behoren, en toch ben ik nog nooit langs geweest. Niet omdat ik bang ben voor de stank van zijn huisdieren en sigaren, maar omdat ik niet durf, ik weet niet hoe ik het moet zeggen, hoe mooi ik deze verhalen vind, en dat als ik het tóch kan uitbrengen in samenhangend Nederlands, dat het hem niets kan schelen. Waarom zou het hem iets kunnen schelen? Hij zal niet weten wat hij met mij aan moet en ik sta daar potsierlijk te wezen, in zijn kamer. Het mooiste verhaal? Natuurlijk zit in ‘Brommer op zee’ Biesheuvels stijl en thematiek samengebald, maar het mooiste verhaal is ‘Tanker Cleaning’. Om de scene met de Rus kan ik nog steeds grinniken, de brabbelende Rus die hij niet goed kan verstaan: ‘sorry, zei ik, het enige facultatieve vak bij ons op school is Hebreeuws.’

3. Charles Bukowksi, Ham on Rye
In dit boek schrijft Bukowski over zijn jeugd, we zien eerst hoe hij als jongetje weerbaar wordt, dan onverschillig en vervolgens destructief, een onontkoombaar afglijden dat begrijpelijk en invoelbaar wordt door alle liefdeloosheid om hem heen. We lezen hoe hij begint met drinken. Maar ook hoe hij de literatuur ontdekt. ‘Words weren’t dull, words were things that could make your mind hum. If you read them and let yourself feel the magic, you could live without pain, with hope, no matter what happened to you.’
Hoop, daar heb je hem weer.

4. James Salter, Light years
Van sommige boeken weet je direct: dit wordt mijn Boek van het Jaar. Ik las dit boek pas afgelopen zomer. Mijn Boek van 2013 dus. Ook al is het boek uit 1975. Kijk, dit is een voorbeeld van een simpel inzicht dat mij verrukt, omdat het raakt aan een waarheid over mijzelf: ik wantrouw energieke ‘doeners’ en mensen met ‘een passie’.
‘But knowledge does not protect one. Life is contemptuous of knowledge, it forces it to sit in the anterooms, to wait outside. Passion, energy, lies, these are what life admires.’

5. Erik Nieuwenhuis, Huis van Bewaring en Chrétien Breukers, Een zoon van Limburg.
Ik kan nog wel rijtje klassieke werken van noemen, boeken van Grote Schrijvers van wie ik dan ga beweren dat ze mij als twintiger zo gevormd hebben. Hermans, Hotz, Cheever, Th. Mann. Maar de invloed van boeken die ik nú lees, of net uit heb, is op dit moment waarschijnlijk vele malen groter dan die van dit stel Riesenschatten aus der Vergangenheit. Daarom twee boeken als nummer vijf. Twee boeken die mij erg bevallen, de een heb ik net uit, in de ander ben ik nog aan het lezen. Ik noem ze tegelijk, omdat ik overeenkomsten zie. Het zijn losse autobiografische stukken die samen schijnbaar onbedoeld een geheel vormen: dat geheel is de schrijver zelf en zijn stijl. Van beide ga je een beetje houden. Nieuwenhuis en Breukers. Behalve de opzet hebben beide boeken een bepaalde toonzetting gemeen. De schrijvers tonen zich wars van hoogdravendheid, kunnen om zichzelf lachen, en tonen al doende het belang van literatuur aan, niet door stichtelijk te doen, Zwagermanesk zeg maar, maar door de lezer te vertellen hoe slecht ze zelf zonder kunnen. Zo bespreekt Nieuwenhuis het ‘oudst bewaarde handschrift’ van hemzelf (hij was negen). De hoofdpersoon in het betreffende verhaaltje is een vulpen. ‘Jeugdwerk, maar wel een echte Nieuwenhuis in alle opzichten. Dat begint al in de romantisch-realistische regel: “Daar ligt hij dan in een doos, het is pikdonker maar wel gezellig”’.
Met iets minder ironie, maar met nog meer precisie ontleed Breukers zijn liefde voor literatuur (en poëzie in het bijzonder): ‘Lezen is, voor mij, het zoeken naar een tekst die heeft geformuleerd wat ik zelf wilde formuleren, zonder dat ik het kon. Als ik zo’n tekst vind ben ik blij en droevig tegelijk.’

Ja, dat is het wel zo’n beetje, wat ik in een tekst zoek, of het nu een roman, een gedicht, een essay of een column is. Je kan het overal aantreffen, zoals je op het strand een haaientand kan vinden, of een gouden polshorloge op een vuilnisbelt. Het kan, het is niet onmogelijk. Dat maakt lezen zo’n hoopvolle bezigheid. Die hoop, dat verlangen, moet stromen en die stroom mag je eigenlijk niet laten stollen in een top-vijf.


Luchtvissers van Uitgeverij Atlas Contact is nu verkrijgbaar

zondag 4 mei 2014

Het Kwintet van Gerdien Verschoor

Foto: Merlijn Doomernik
Verdwalen in een boek

Nooit ben ik zo overrompeld geweest door een boek als door De Kaneelwinkels van Bruno Schulz. In zijn exorbitante stijl roept hij de sprookjeswereld op van zijn kindertijd in het vooroorlogse Drohobycz, ergens in de verre provincie van Midden Europa. De textielwinkel van zijn vader, het centrale marktplein, huishoudster Adela: ze spelen een rol in de meest krankzinnige verhalen. Het was Schulz die mijn fascinatie voor Midden Europa tot leven bracht: hij liet me zien dat er een mythisch universum verborgen ligt in al die verlaten landschappen en slaperige stadjes ten oosten van Warschau.
Ik bewonder Bruno Schulz om zijn oog en zijn stijl, en omdat hij laat zien dat je niet hoeft te reizen en ook geen grootse dingen hoeft mee te maken om een groot schrijver te kunnen zijn.

Maar sommige grote schrijvers maken juist wel grote dingen mee, zoals het geval is bij Vasili Grossman. Leven & Lot is een breed opgezette roman over de Tweede Wereldoorlog, voor een groot deel gebaseerd op Grossmans persoonlijke ervaringen – als oorlogscorrespondent van het Rode Leger maakte hij de Slag om Stalingrad en de bevrijding van Treblinka mee.
Ik bewonder Grossman omdat hij niet alleen de grote gebeurtenissen laat zien, maar ook de ‘kleine’, menselijke kant ervan. Personen die bijfiguren lijken te zijn, krijgen soms een hele eigen rol in separate vertellingen – bijna zelfstandige novellen binnen deze epische roman. In 1961 werd het manuscript van Leven en Lot ‘gearresteerd’ door de Sovjet-autoriteiten. Pas in 1989 kon de eerste complete Russische editie worden uitgegeven, dankzij de weduwe van een vriend van Grossman die een exemplaar van het manuscript bijna dertig jaar lang in een boodschappennetje aan de kapstok had bewaard.

Net als Bruno Schulz is Wiesław Myśliwski een sprookjesverteller die zijn eigen mikrokosmos voor de lezer kan omtoveren tot een wereld waarin ieder landschap, iedere boom, iedere steen geladen is met betekenissen. In Steen op steen volgen we Szymek Pietruszka, die na een lang verblijf in het ziekenhuis terugkeert naar zijn geboortedorp. Terwijl hij een graf bouwt voor zijn ouders, zijn broer, en zichzelf, geeft hij zich over aan eindeloze bespiegelingen over zijn leven, die hij in een lange monoloog deelt met de lezer.
Ik bewonder Myśliwski omdat hij ons verliefd laat worden op de boerse, bonkige Szymek Pietruszka en zijn kronkelende gedachtenspinsels.

Huishouden van Jenny Erpenbeck is het boek dat het laatste jaar de grootste indruk op me heeft gemaakt. In een zeer ingetogen, poëtische stijl vertelt Erpenbeck de levensgeschiedenis van twaalf personen die opeenvolgend hetzelfde huis ten noorden van Berlijn bewonen.
Ik bewonder Erpenbeck om haar stijl en omdat ze ons op meesterlijke wijze laat zien hoe wispelturig het lot kan zijn dat ons leven bepaalt.

Tot slot: Tussen iemand en niemand van Joseph Brodsky is een bundel essays om te lezen en te herlezen. Of zal ik eindigen met een tekst die niet over Midden Europa gaat? Dan wordt het Watermark van Brodsky, zijn essay over Venetië.

Ik bewonder Joseph Brodsky om alles, en om zinnen zoals deze, Brodsky is net gearriveerd op het stazione: ‘I was standing there waiting for the only person I knew in that city to meet me. She was quite late.’

De Kop van Oskar Wronski van Uitgeverij Atlas Contact is nu verkrijgbaar