dinsdag 22 februari 2011

Het kwintet van Hans Koekoek

Vijf boeken die onuitwisbare herinneringen in mijn harde hersenschijf hebben opgeslagen? Dat wordt beperken. Nog veel meer boeken zou ik naar voren willen schuiven. Maar goed schrijven en leven, is hoe dan ook beperken.

Het eerste boek dat ik noem is "De Avonden" vanGerard Reve. Niet zo oorspronkelijk, hoor ik menigeen denken. Jammer dan. Dit boek liet mij ervaren dat mensen die omringd, ingeklemd, raken in een statische omgeving het spoor bijster raken. Het kleinburgerlijke in die jaren, niet lang na de tweede wereldoorlog, zou men in deze tijd kunnen vergelijken met huisarrest ontdaan van alle luxe, vermaak en seks. Er was niets. Figuurlijk netjes met de armen over elkaar zitten. Geen wonder dat het brein ontspoort en er zonderlingen ontstaan. De geest gaat creëren wat er niet is, het is een overlevingsmechanisme. Die beklemmende sfeer, en de wanhoop om zich daarvan te bevrijden, heeft me bij het lezen van "De Avonden" omvat. Een gigantisch boek over het bijna niet waarneembare kleine, toch in taal gevat. Chapeau!

Het tweede boek is "Terug naar Oegstgeest" vanJan Wolkers. Een passage die me scherp is bijgebleven, is de dove timmermansknecht die wordt gepest. In de zijzak van zijn stofjas laat de ik-figuur een pot houtlijm de vrije loop. Op een bepaald moment steekt de geplaagde man zijn hand in zijn zak en in de houtlijm. De man kan door zijn doofheid niet praten en geeft een preutelend teleurstellend geluid af. Dit klinkt zo intens verdrietig, maar ook vermakelijk en werkt ferm op de lachspieren.
Het toeval wilde dat ik in die tijd een film maakte over dove mensen. Zoals Wolkers dat pruttelen beschreef, zo klonk het ook. Het is een geluid dat alleen dove mensen kunnen maken. Ga maar eens de sfeer van een preutelig geluid beschrijven!

Het derde boek is van de Friese schrijver Rink van der Velde, hij schreef: De fuik. Hij vertaalde, meen ik, het zelf uit het Fries, de originele titel is: De fûke. Het boek is in verschillende talen vertaald. Het verhaal heeft me tot tranen toe ontroerd. Het speelt zich af in Friesland in het decor van de laatste wereldoorlog. Daarin wordt tot op het blote bot ontleed, hoe simpele minieme toevalligheden levens kunnen verwoesten. Natuurlijk is het omgekeerde ook mogelijk. Waaruit blijkt dat het lot een kanspel is en gewetenloos een keuze bepaalt. Slagen of mislukken, er zit een millimeter tussen. De intrige in het verhaal is sterk, je kunt niet anders dan meeleven met die visser die vecht voor het leven van zijn zoon. Als je het leest, moet je even geen Duits horen. En heeft het je persoonlijk meegezeten in het leven, dan realiseer je je weer even dat de mazzel aan je toges heeft gekleefd.

Het vierde boek is "Black Venus" van Jef Geeraets.
Het verhaal speelt zich voor plusminus een derde deel af in Kongo, het andere tweederde deel, in bed met negerinnen. Zijn favoriete zwarte geliefde is Mbala. Fantastisch hoe die twee hun oerinstincten uitleven. Jef laat de lezer beleven wat het is om bronstig te zijn en je te laven aan een vrouw. Ik herkende dat optimaal. Soms is de coïtus een bindmiddel om dichter en hechter bij elkaar te komen. Een "goed gesprek" wil nog wel eens falen. Zeer fraai wordt ook Mbala’s actie omschreven, als oerwijf hurkt ze plotseling in de hut en spuit haar plas krachtig voor zich uit.
Sterk is als Geeraets het geluid van een zware Amerikaanse 8-cylinder beschrijft. Je hoort hem lopen. Pure mannelijkheid straalt uit het boek. Westerse vrouwen zullen dat met Mbala moeilijker ondervinden. In een later boek van Geeraets is hij al zijn mannelijkheid kwijt geraakt, hij is een lullig mannetje geworden. Zijn vriendin heeft problemen met de bevalling en heel het boek door zeurt en zanikt hij over de gynaecoloog die heeft gefaald. Het boek werpt helaas een schaduw terug op Black Venus.

Het laatste boek dat ik mag noemen is getiteld: "Met wolf is alles in orde", de auteur is Nis van der Horst. De rode draad door het boek lijkt de opponent te vormen van Geeraets Black Venus. Het verscheen in 1983 bij Meulenhoff en speelt zich af in de wat gevorderde dolle vrije jaren zeventig. De hoofdpersoon is getrouwd met een aardige charmante vrouw…maar ja…het zijn de jaren van vertier en lust. Alles moet kunnen, noem maar op. Laat dat nou net niet passen in een relatie. Het vrijt niet lekker en vertrouwd als je weet dat vrouwtje of mannetje met anderen ook het bed deelt. Toch blijft alles met Wolf in orde, als je het geloven wilt. Prachtig wordt beschreven hoe na een euforische periode, successievelijk de aftakeling van Wolfs bestaan wordt ingeleid. Verlies van zelfvertrouwen, zelfrespect, decorum, en mannelijkheid maakt van Wolf tenslotte een loser. Waarom ik aan dit boek hang? Het geeft op prachtige wijze een leven weer, zonder dat jezelf er aan onderdoor hoeft te gaan. Een waardevolle ervaring reikt Wolf uit. Hij komt tot niks en leeft in een cirkel van verwachting en teleurstelling. Rijk en nuttig om te lezen, verdrietig om het te ondergaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten