dinsdag 14 oktober 2014

Het Kwintet van Thomas Heerma van Voss

Naar weinig is mij de afgelopen jaren zo regelmatig gevraagd als naar de inhoud van mijn boekenkast. Vreemd, want veel bijzonders heb ik daar bij mijn weten niet over te zeggen en bovendien lijkt één opmerking over de eigen boekenkast me voor jaren voldoende: een boekenkast is immers niet iets wat, zoals bijvoorbeeld een voetbalteam, voortdurend van samenstelling verandert. En toch, veelvuldig werd mij weer die vraag gesteld: wat staat er in je boekenkast? Kun je je vijf favoriete titels aanwijzen? Vaak heb ik de afgelopen jaren niet op podia gezeten, maar als ik op een podium zat, ging het vaker dan me lief is over de inhoud van mijn boekenkast. Er kwamen zelfs cameraploegen langs om hem vast te leggen, er heeft in de krant een uitgebreid stuk gestaan over de boekenkast van Thomas Heerma van Voss, en steeds noemde ik weer dezelfde titels als favorieten, dezelfde auteurs als meest inspirerende voorbeelden - en achteraf dacht ik altijd: waarom doe ik hier nog aan mee? Wil men niet iets anders weten?
            U vraagt: waarom lever je dan een bijdrage aan deze serie? Beleefdheid, lafheid, die twee zijn soms lastig te onderscheiden.
            Anders dan gevraagd, en anders dan al zo regelmatig tevoren, zal ik hier geen toplijst geven van de boeken die me het meest aan het hart gaan (voor zover zo'n toplijst te maken valt). Ik noem eenvoudigweg een kwintet boeken die recent indruk op mij maakten, en die ik elders nog niet genoemd heb.

- Giorgio Bassani - De gouden bril (1958)
Bassani's verhalen spelen zich altijd af tijdens een specifieke periode in de (Italiaanse) geschiedenis, meestal voor of  tijdens de Tweede Wereldoorlog. En toch voelt zijn werk nooit gedateerd aan. Jaren geleden maakte ik al kennis met de geweldige roman De tuin van de Finzi-Contini's, afgelopen zomer werd ik door een vreemd toeval opnieuw op zijn werk geattendeerd: binnen het tijdsbestek van vierentwintig uur gaven zowel mijn oma als twee dierbare vrienden, een samenwonend stel uit Utrecht, me een boek van Bassani cadeau. Ik las meteen De gouden bril, over de homoseksuele oor-neus-keelarts dr. Fadigati, en al Bassani's kwaliteiten komen in deze kleine roman naar voren: het werk is komisch, spannend, op een niet aanstellerige manier gedetailleerd, en bovenal geschreven in een prachtige, meeslepende stijl.

- Jannie Regnerus - Het lam (2013)
Tot iemand mij dit boek leende, had ik nog nooit van Jannie Regnerus gehoord. Het is een auteur die volgens mij zelden verschijnt bij literaire festivals, voorleesavonden of leesclubs, wat voor haar pleit. Vermoedelijk besteedt ze haar tijd nuttiger: door te schrijven. Het Lam is een kleine, fijne roman. Centraal staan de moeder en haar piepjonge zoon, die kanker krijgt en noodgedwongen steeds meer tijd in het ziekenhuis moet doorbrengen - te jong om precies te begrijpen wat er gebeurt, oud genoeg om te weten dat het iets ernstigs is. Regnerus gebruikt een strakke compositie, een scherpzinnige stijl en een meeslepend verhaal om dit tot een van de betere Nederlandse boeken te maken die ik recent las. Ontroerend bovendien, zonder dat het ergens sentimenteel aanvoelt.

- Raymond Carver - Cathedral (1983)
Een van de beste verzamelingen korte verhalen die ik ken. Cathedral is geschreven in een eenvoudige, bijzonder effectieve taal, die je vanaf de openingszinnen meesleept en niet meer loslaat. De bundel wordt ook niet bevolkt door speciale personages: geen toekomstige presidenten, geen wereldvernieuwers. Nee, het gaat om een man die met zijn ex een gemeubileerd huisje huurt; een alcoholist die verslag doet vanuit een ontnuchteringoord; een moeder van een overleden kind die steeds wordt gebeld door een taartenbakker. Telkens blijft onduidelijk of wat ze meemaken nou een omslagpunt in hun leven vormt of dat het een moment is zoals ze er al tientallen hebben meegemaakt. Dat laat Carver, na een vaak vrij expliciete opening van zijn verhalen, open voor suggestie - en weinig korteverhalenschrijvers kunnen zo overtuigend als hij. (Voor De Correspondent schreef ik een uitgebreid stuk over deze bundel.)

J.M.A. Biesheuvel - In de bovenkooi (1972)
Weinigen beheersen de kunst van het korte verhaal zo goed als Biesheuvel. Zijn taal is precies, licht archaïsch wellicht, maar nooit pompeus; zijn toon is openhartig zonder dat die ergens sentimenteel wordt. In de bovenkooi staat vol met ontroerende, kleine vertellingen die soms haast de impact hebben van een hele roman. De personages zijn cynisch, veelal in zichzelf gekeerd en vechtend tegen somberte. Maar tegelijkertijd is deze bundel juist ook bijzonder humoristisch - en dat is misschien wel de grootste kwaliteit van Biesheuvel. In de bovenkooi deed bij mij wat alleen echt overtuigende boeken kunnen: ze laten me anders naar de werkelijkheid kijken. Vooral op zee zijn Biesheuvels scheepvaartverhalen nooit ver weg.

- Vladimir Nabokov - The real life of Sebastian Knight (1941)

Van veel auteurs die als 'meesterlijk' of in elk geval 'klassiek' bekend staan, vind ik het werk niet om door te komen. Om een of andere reden vermoedde ik ook lang dat dat voor Nabokov zou gelden: jarenlang stelde ik zijn werk uit, tot mijn redacteur Erik de Bruin maandenlang wapperde met een uitgave van Lolita, die ik volgens hem beslist moest lezen. Dat deed ik, het boek beviel, en sindsdien heb ik me gestort op Nabokovs verzameld werk, waar ik The real life of Sebastian Knight tegenkwam. In deze roman probeert de verteller na de dood van zijn schrijvende halfbroer diens levensverhaal te reconstrueren, maar stuit op allerlei dubbelzinnige gegevens, waarmee zich niet een traditionele, kordaat interpreterende biografie laat componeren. Een gelaagd, grappig, origineel en indringend boek. In alleen de eerste alinea zit al meer spanning en originaliteit dan in veel volledige romans.

De Derde Persoon van uitgeverij Thomas Rap is nu verkrijgbaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten