1. The Catcher in the Rye - J.D. Salinger
Ik heb altijd een voorliefde gehad voor bildungsromans, omdat ik houd van de open, naïeve manier waarop jonge mensen naar de wereld kijken. Niet voor niets schreef ik er zelf ook een (Soms mis je me nooit) en studeerde ik af op het onderwerp adolescentenliteratuur. The Catcher in the Rye, waarin een zestienjarige jongen een paar dagen door New York zwerft, is natuurlijk een hoogtepunt. Behoeft dat nog uitleg? Uitspraken als ‘Don’t ever tell anybody anything. If you do, you start missing everybody’ mogen van mij tot wandspreuk verheven worden.
2. Als wind en rook – Josepha Mendels
Eerste roman voor volwassenen die op mij als meisje grote indruk heeft gemaakt. Mendels beschrijft in deze tijdloze klassieker uit 1950 pijnlijk precies de verschrikking van een huwelijk tussen een egocentrische man die steeds fanatieker wordt in zijn geloof en een jonge vrouw die pas gaat inzien wat vrijheid voor haar betekent als ze het nauwelijks meer bezit. Ik bewonder Mendels om haar associatieve manier van schrijven en om haar gave om, ondanks zware thema’s, toch een zekere lichtheid in haar toon te behouden. Dit boek komt zelfs weg met een toch behoorlijk ‘happy end’.
3. Voor een verloren soldaat – Rudi van Dantzig
Ook al zo’n boek dat mij in de ban wist te houden, niet lang nadat ik de jeugdliteratuur vaarwel had gezegd. Omdat de hoofdpersoon jong is (twaalf jaar), kon ik me goed verplaatsen in deze jongen, gebaseerd op Rudi van Dantzig zelf, die tijdens de hongerwinter naar Friesland wordt geÎvacueerd en daar tijdens de bevrijding een Amerikaanse soldaat ontmoet, die het met hem aanlegt. Onlangs herlas ik het, omdat Rudi van Dantzig het eerste exemplaar van mijn nieuwe roman Vederlicht in ontvangst zou nemen. Ik was wederom zeer geraakt door het verhaal, waarin de kwetsbaarheid, de angsten en verlangens van een gevoelig kind zo mooi zijn geschetst – overigens merkte ik dat de meeste seksuele passages toentertijd aan me voorbij zijn gegaan. Ook was ik getroffen door de thematische overeenkomsten met mijn eigen boek, waarin diezelfde kwetsbaarheid van kinderen (en machtsmisbruik van volwassenen) naar voren komt. Rudi van Dantzig herkende dan ook veel in mijn boek, zoals hij in een emotionele toespraak vertelde. Sindsdien heeft zijn ‘Voor een verloren soldaat’ nog meer betekenis voor me gekregen.
4. Kissing in Manhattan – David Schickler
Het moet de matige titel zijn dat dit briljante boek over de bewoners van een appartementencomplex in New York in Nederland nooit een hit is geworden. Schickler gebruikt het hedendaagse Manhattan als toneel voor een reeks sprookjesachtige verhalen die naarmate het boek vordert op magische wijze met elkaar verweven raken. Zijn extreem realistische personages staan lijnrecht tegenover de volkomen onwaarschijnlijke plotwendingen, die op de een of andere vreemde manier toch geloofwaardig overkomen. Realisme met een vleugje magie (volgens mij toch weer iets anders dan magisch realisme), dat zien we wat mij betreft veel te weinig in de literatuur.
5. The Road – Cormac McCarthy
Dit boek kreeg ik onlangs, op mijn boekpresentatie, cadeau van een schrijversvriend die me bezwoer dat dit het beste boek was dat hij sinds lange tijd had gelezen. Ik begon er enigszins aarzelend aan, omdat het boek op de achterflaptekst werd omschreven als naargeestig en gruwelijk, en ik zelf meer opheb met boeken waarin een zekere hoop doorsluimert. Die hoop is in dit boek ver te zoeken, en toch wist het verhaal, waarin een vader en zoon door een desolaat landschap reizen in een vrijwel vergane wereld, omringd door as, afgebrande bossen en ontzielde lichamen, me in te pakken en mee te slepen. Juist dat dit boek totale uitzichtloosheid ademt, maakt het zo sterk: als je het uit hebt, zie je ineens hoe hoopvol de wereld eigenlijk is waarin we leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten