zondag 28 september 2014

Het Kwintet van Vrouwkje Tuinman

Foto: Keke Keukelaar
Mijn lijstje met favoriete auteurs is stabieler dan mijn top vijf lievelingsboeken. Het vreemde is dat die laatste vaak niet geschreven zijn door die eerste – Truman Capote hoort absoluut bij mijn grootste helden, maar ik kan (momenteel althans) niet zijn ultieme titel kiezen.
Evengoed is er een boek dat vermoedelijk altijd in mijn onbewoond eiland-koffer zal blijven zitten: De zevensprong van Tonke Dragt. Eerst zag ik de televisieserie, vervolgens vroeg en kreeg ik het boek voor mijn negende verjaardag. Allebei op hun eigen manier vind ik ze nog altijd even spannend, origineel en tijdloos. Het boek herlees ik af en toe, de serie heb ik vorige maand op dvd besteld. Wat me aanspreekt is de gelijkwaardige communicatie tussen kinderen en volwassenen. En de volstrekt aardse en alledaagse manier waarop Dragt magie inzet. Niks zweverigs aan. Alles is uiteindelijk logisch te verklaren. Daar houd ik wel van.
Als ik aan een boek of bundel werk, lees ik vooral non-fictie. De laatste jaren gaat die vooral over dood, rouw en ziekte – de thema’s waar ik ook over schrijf. Tijdens het maken van Sanatorium verdiepte ik me vooral in de medische geschiedenis, arts-patiëntverhoudingen en de beleving die de mens heeft van zijn lichaam. Daar komt dan voor de argeloze lezer niet veel van in mijn gedichten terecht, maar voor mijzelf maakt het dat ik een tijdlang in de omgeving verkeer waar mijn boek uit ontstaat. Zoiets. Het beste boek dat ik in dit genre de afgelopen jaren las is Rigor Mortis van Mary Roach. De originele titel is Stiff. Onderzoeksjournaliste Roach verkent de wereld van dood en uitvaart. Dat doet ze zonder oordeel over wat misschien vies, raar of eng is, en met heel veel ironie. Inmiddels heb ik al haar boeken gelezen, die voeren van ruimtevaart tot seks, maar Rigor Mortis blijf ik opslaan.
Romans lees ik zelden twee keer. Niet uit onwil, maar omdat er altijd zoveel nieuwe klaar liggen. Maar Vergeef ons van A. M. Homes gaat een uitzondering zijn. Ik heb een exemplaar van mijn geliefde verslonden, en het evengoed onlangs zelf gekocht. Ook deze roman gaat over rouw. En over controle – vooral het gebrek eraan. Zelf ben ik gek op de illusie de dingen in de hand te hebben. In Vergeef ons wordt die ballon doorgeprikt op een vaak hilarische, maar vooral ook ontroerende manier.
Die twee kwaliteiten heeft ook John Irving. Een van de weinige schrijvers waar ik ALLES van heb, en waarvoor ik bij wijze van spreken een slaapzak voor de boekwinkel leg als er een nieuwe roman verschijnt. Ik denk dat Een zoon van het circus mijn favoriet is, ook omdat hij het decor eens verplaatst naar een heel andere plek, India. Aan de andere kant: feitelijk schrijft hij steeds hetzelfde boek, en toch blijft het fris, nieuw, prikkelend. Dat is weinig auteurs gegeven. 
Tenslotte poëzie, want momenteel ben ik iets meer dichter dan romanschrijver – binnenkort draait dat weer om denk ik. Een van mijn favoriete dichters van de laatste tijd is William Carlos Williams – trouwens niet geheel toevallig een arts. Ik heb van hem Selected poems, maar wat mij betreft kun je ook gaan voor de Collected poems. Een van zijn krachten is dat je hem bijna hoort als je hem leest, de ‘adem’ van de gedichten is heel duidelijk. Hoe vreemd zijn beelden soms ook zijn, hij zegt waar het op staat. Ook dat is niet alle auteurs gegeven.

Sanatorium van uitgeverij Cossee is nu verkrijgbaar

Geen opmerkingen:

Een reactie posten