Het verhaal van een
schipbreukeling van Gabriel García Márquez heb ik begin jaren zeventig
gelezen en niet alleen het verhaal, maar ook details ervan zijn me altijd
bijgebleven. Het is het eerste en minst bekende boek van Márquez dat
oorspronkelijk in 1955 als feuilleton in een dagblad verscheen. In Het verhaal van een schipbreukeling vind
je al alle elementen terug die zo typerend voor Márquez zijn. Het boek is zo
beeldend alsof je naar een documentaire kijkt. Zoals de scene waarin de uitgehongerde drenkeling een meeuw op
zijn vlot ziet neerstrijken. Hij weet maar al te goed dat als een matroos een
meeuw ziet hij al bijna thuis is. Toch doodt hij de meeuw. Nadat hij onhandig
de vogel heeft geplukt, kijkt hij ontsteld naar de warme bloederige verentroep,
ruikend naar rauwe vis. Het heeft mij als schrijver geleerd hoe belangrijk
zintuiglijke details zijn.
Als Beale Street kon
praten van James Baldwin heb ik ook in de jaren zeventig gelezen. Het
verhaal leerde me hoezeer een thuisgevoel weinig of niets met een plek te maken
heeft, maar alles met relaties. In dit boek hanteert hij een knappe stijl
tussen spreek- en schrijftaal in. Zijn compacte, beeldende en heldere vertelkunst
is niet alleen overtuigend maar bij vlagen ook poëtisch.
De familie van Pascual
Duarte van Camilo José Cela is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Toch
doet Cela veel meer dan samenvoegen en rangschikken van het originele
materiaal: als een chirurg snijdt hij het overbodige weg, maar houdt het
verhaal in al haar finesses intact.
Bovendien heeft hij een prachtig motto: ‘Ik draag deze editie op aan
mijn vijanden, die zoveel hebben bijgedragen tot mijn succes’.
In Vogelvlucht van
António Lobo Antunes zit je in de gedachtewereld van een man die zijn relatie
wil opbreken en zelfmoord gaat plegen. Heel mooi weet hij de alledaagse
werkelijkheid te vervlechten in de continue gedachtestroom van de man. Zijn
stijl sluit naadloos aan op de reflecties van de man, die van de hak op de tak
springen, van verleden naar heden, zoals het geheugen nu eenmaal werkt. Het
bijna hallucinerende van zijn proza strookt prachtig met de staat waarin de
hoofdfiguur verkeert: als lezer kijk je met zijn blik naar zijn verleden, naar
zijn beeld als een vernederd persoon, naar zijn dilemma’s, naar zijn
teleurstellingen. De gedachteloosheid, het wegkijken en de afweer van zijn
familie weeft hij er tussendoor.
Terloops, maar veelzeggend.
Canada van Richard
Ford: ook in dit boek vind ik de gedachtewereld van de hoofdpersoon, een
tiener, prachtig weergegeven. Reflectief en toch passend bij een tiener.
Vandaag Koop Ik Alle Kleuren van uitgeverij Van Gennep is nu verkrijgbaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten