zondag 17 april 2011

Het kwintet van Natalie Koch

Foto: Leo van Noort
Vijf boeken die mijn hoofd hebben opengebroken:

1. William Faulkner - The sound and the fury
De ingewikkelde structuur vergt enig puzzelwerk en ook het eerste hoofdstuk, verteld door de zwakzinnige Benji, vraagt om doorzetten, maar dan word je beloond! De stemmen van de personages - vooral de overgevoelige, door puurheid geobsedeerde Quentin - sleuren je het familiedrama in. Faulkner dompelt je zo onder in hun gedachtenstromen dat je niet meer aan ze kunt ontsnappen. Hij noemde het zijn geniaalste mislukking - laat mij éénmaal zo mislukken...

2. Arthur Schnitzler - Meistererzählungen
Op de middelbare school las ik Schnitzlers novelle Leutnant Gustl, dat me liet zien hoe prachtig humor en tragiek met elkaar verweven kunnen worden. Een paar jaar geleden vond ik deze verhalenbundel en werd de kennismaking hernieuwd. Prachtige verhalen over ontrouw, eer, mensen die zich om een illusie te gronde richten, over vergeefsheid, geschreven met een fijnzinnige ironie in een stijl waarin je de Weense tongval kunt horen. Een beeld van een tijdperk dat teloorgaat, doordrongen van die Weense sfeer die, hoewel ik zelf ruim tachtig jaar later in die stad heb gewoond, onmiddellijk herinneringen opriep.

3. Jack Kerouac - Dr Sax

On the Road blies me weg; het verhaal van jonge mensen op zoek naar kicks was voor mij ook het verhaal van iemand op zoek naar de absolute waarheid. Maar nog meer indruk maakte Dr Sax. Herinneringen aan Kerouacs jeugd in een klein stadje, vermengd met fantasieën in een soms onnavolgbare stijl - laat ze maar over je heenkomen - en die soms van een observatievermogen en een poëzie getuigen die je naar adem doen snakken. ‘Shroud’ en ‘shrouded’ zijn kernwoorden, alsof hij zijn herinneringen uit de lijkwade van de tijd moet pellen, maar ook vanwege zijn jonggestorven broer. Met die onconventionele vorm en stijl tilt hij zijn observaties boven het particuliere uit; onder het alledaagse leven voel je het noodlot.


4. Cormac McCarthy - The Road

Eigenlijk zou ik alle boeken van Cormac McCarthy hier willen neerzetten. The Border Trilogy, No Country for Old Men, ze getuigen allemaal van een verraderlijk eenvoudige schrijfstijl waarin alles tussen de regels wordt verteld. Maar als ik er een moet noemen, is het The Road, over de voettocht van een vader en zoon in een wereld die in de as ligt. Over de strijd tussen idealen en simpelweg moeten overleven, tussen wanhoop en de overtuiging dat het leven geleefd moet worden, hoe dan ook. Een van de beklemmendste vragen die het boek bij me neerlegde: waar leef je nog voor als er geen verhalen, muziek, kunst, wetenschap meer zijn? Terwijl het verhaal je daar tegelijkertijd de futiliteit van inwrijft; hoe kan alles waar de mensheid naar heeft gestreefd, je in zo’n wereld nog helpen?


5. Leon Garfield - John Diamond wordt gezocht

In mijn jeugd was ik verslingerd aan de boeken van Leon Garfield, vooral zijn meeslepende avonturen in het 18e-eeuwse Engeland, vol memorabele, eigenaardige personages, neergezet in een ironische en soms cynische stijl, die ik in die periode, waarin ik zelf begon te schrijven, naar hartelust imiteerde. John Diamond is me altijd bijgebleven, vooral de passage waarin de hoofdpersoon op de daken van Londen woont en merkt hoe dat zijn perspectief op de werkelijkheid verandert. Daar wilde ik zelf wonen, zo verheven boven de wereld.

Het kwintet van Geert De Kockere


Om te beginnen moet ik zeggen dat ik niet zo’n groot lezer ben. Uiteraard lees ik af en toe wel eens een boek, maar verslingerd of verslaafd aan boeken ben ik zeker niet. Het kost mij vooral moeite om aan een boek te beginnen. Hebben de eerste regels mij te pakken (of is het andersom?), dan ben ik vertrokken en soms niet meer te stoppen. Voor mij is de aanzet van een boek dus heel belangrijk. Welke vijf boeken vind ik de moeite van het vermelden waard? Ziehier...

Het stenen vlot van José Saramago heeft een bijzondere indruk op me nagelaten. Enerzijds door het originele onderwerp (het Iberisch schiereiland dat zich van Europa losmaakt) en anderzijds door de eigenzinnige, trage vertelstijl die vandaag binnen onze traditie niet zo evident is. Ik vond het een erg doorleefd en doorwrocht boek met enkele heel mooie gedachten. Eén ervan schiet me af en toe spontaan door het hoofd als ik een mooie vrouw zie: ‘Niemand heeft de plicht om mooi te zijn.’ En ik vul ze altijd aan met: ‘En niemand heeft de plicht om iets of iemand mooi te vinden.’

Ook Kalme chaos van Sandro Veronesi heeft me van begin tot einde geboeid. Alweer door het originele uitgangspunt: een man verliest plotseling zijn vrouw, blijft alleen achter met zijn dochter en besluit om aan de schoolpoort te blijven wachten zolang zijn dochter in de school aanwezig is. Als steun voor zijn dochter. Om te beginnen enkele dagen neemt hij zich voor, maar stilaan wordt het een gewoonte. Hij houdt er kantoor, ontvangt er collega’s en verplicht zelfs zijn bazen om tot bij hem aan de schoolpoort te komen. Ook het idee van het verplicht moeten rouwen, waar deze man niet in slaagt, is boeiend en verrassend.

Wat me ook na aan het hart ligt, is de poëzie van Herman De Coninck. Zijn verzameld werk ligt nooit veraf en af toe blader ik door het boek en raap enkele poëtische parels op. Zoals dat ene gedicht waarin hij de betekenis van poëzie weergaloos beschrijft: ‘Zoals je tegen een ziek dochtertje zegt: / mijn miniatuurmensje, mijn zelfgemaakt / verdrietje, en het helpt niet; / zoals je een hand op haar hete voorhoofdje / legt, zo dun als sneeuw gaat liggen, / en het helpt niet: // zo helpt poëzie.’

Een heel mooi literair werk, met warmte en met veel bezieling geschreven, vind ik Het graf van de voddenraper van Bart Vercauteren. In het boek beschrijft hij hoe moeilijk een trauma uit de Tweede Wereldoorlog (het vreselijke bombardement op Mortsel) wordt verwerkt en hoe diep de kraters in de menselijke levens zijn en eigenlijk ook nooit meer echt gevuld raken. Tegelijk zit er veel liefde in het boek. En mooie gedachten. Heerlijk voor wie van poëtisch proza houdt.

En ten slotte wil ik ook wel De ontdekking van de hemel van Harry Mulish aanhalen. Hoewel dus absoluut geen lezer heb ik deze klepper met veel plezier uitgelezen. Andermaal is het dat originele uitgangspunt dat mij over de streep trok. En het filosofische gehalte van het boek. Hoewel ik moet toegeven dat Mulish voor mijn part hier en daar wel een passage had mogen schrappen...

Helena van uitgeverij Houtekiet is nu verkrijgbaar.