Naar weinig is mij de afgelopen
jaren zo regelmatig gevraagd als naar de inhoud van mijn boekenkast. Vreemd,
want veel bijzonders heb ik daar bij mijn weten niet over te zeggen en
bovendien lijkt één opmerking over de eigen boekenkast me voor jaren voldoende:
een boekenkast is immers niet iets wat, zoals bijvoorbeeld een voetbalteam,
voortdurend van samenstelling verandert. En toch, veelvuldig werd mij weer die
vraag gesteld: wat staat er in je boekenkast? Kun je je vijf favoriete titels
aanwijzen? Vaak heb ik de afgelopen jaren niet op podia gezeten, maar als ik op
een podium zat, ging het vaker dan me lief is over de inhoud van mijn
boekenkast. Er kwamen zelfs cameraploegen langs om hem vast te leggen, er heeft
in de krant een uitgebreid stuk gestaan over de boekenkast van Thomas Heerma van Voss, en steeds noemde ik weer
dezelfde titels als favorieten, dezelfde auteurs als meest inspirerende
voorbeelden - en achteraf dacht ik altijd: waarom doe ik hier nog aan mee? Wil
men niet iets anders weten?
U
vraagt: waarom lever je dan een bijdrage aan deze serie? Beleefdheid, lafheid,
die twee zijn soms lastig te onderscheiden.
Anders
dan gevraagd, en anders dan al zo regelmatig tevoren, zal ik hier geen toplijst
geven van de boeken die me het meest aan het hart gaan (voor zover zo'n
toplijst te maken valt). Ik noem eenvoudigweg een kwintet boeken die recent
indruk op mij maakten, en die ik elders nog niet genoemd heb.
- Giorgio Bassani - De gouden bril
(1958)
Bassani's verhalen spelen zich
altijd af tijdens een specifieke periode in de (Italiaanse) geschiedenis,
meestal voor of tijdens de Tweede
Wereldoorlog. En toch voelt zijn werk nooit gedateerd aan. Jaren geleden maakte
ik al kennis met de geweldige roman De tuin van de Finzi-Contini's, afgelopen zomer werd ik door een
vreemd toeval opnieuw op zijn werk geattendeerd: binnen het tijdsbestek van
vierentwintig uur gaven zowel mijn oma als twee dierbare vrienden, een
samenwonend stel uit Utrecht, me een boek van Bassani cadeau. Ik las meteen De gouden bril, over de homoseksuele oor-neus-keelarts
dr. Fadigati, en al Bassani's kwaliteiten komen in deze
kleine roman naar voren: het werk is komisch, spannend, op een niet
aanstellerige manier gedetailleerd, en bovenal geschreven in een prachtige,
meeslepende stijl.
- Jannie Regnerus - Het lam (2013)
Tot iemand mij dit boek leende, had
ik nog nooit van Jannie Regnerus gehoord. Het is een auteur die volgens mij
zelden verschijnt bij literaire festivals, voorleesavonden of leesclubs, wat
voor haar pleit. Vermoedelijk besteedt ze haar tijd nuttiger: door te
schrijven. Het Lam is een kleine,
fijne roman. Centraal staan de moeder en haar piepjonge zoon, die kanker krijgt
en noodgedwongen steeds meer tijd in het ziekenhuis moet doorbrengen - te jong
om precies te begrijpen wat er gebeurt, oud genoeg om te weten dat het iets
ernstigs is. Regnerus gebruikt een strakke compositie, een scherpzinnige stijl
en een meeslepend verhaal om dit tot een van de betere Nederlandse boeken te
maken die ik recent las. Ontroerend bovendien, zonder dat het ergens
sentimenteel aanvoelt.
- Raymond Carver - Cathedral (1983)
Een van de beste verzamelingen
korte verhalen die ik ken. Cathedral is geschreven in een eenvoudige,
bijzonder effectieve taal, die je vanaf de openingszinnen meesleept en niet
meer loslaat. De bundel wordt ook niet bevolkt door speciale personages: geen
toekomstige presidenten, geen wereldvernieuwers. Nee, het gaat om een man die
met zijn ex een gemeubileerd huisje huurt; een alcoholist die verslag doet
vanuit een ontnuchteringoord; een moeder van een overleden kind die steeds
wordt gebeld door een taartenbakker. Telkens blijft onduidelijk of wat ze
meemaken nou een omslagpunt in hun leven vormt of dat het een moment is zoals
ze er al tientallen hebben meegemaakt. Dat laat Carver, na een vaak vrij
expliciete opening van zijn verhalen, open voor suggestie - en weinig
korteverhalenschrijvers kunnen zo overtuigend als hij. (Voor De Correspondent schreef ik een
uitgebreid stuk over deze bundel.)
- J.M.A.
Biesheuvel - In de bovenkooi (1972)
Weinigen
beheersen de kunst van het korte verhaal zo goed als Biesheuvel. Zijn taal is
precies, licht archaïsch wellicht, maar nooit pompeus; zijn toon is openhartig
zonder dat die ergens sentimenteel wordt. In
de bovenkooi staat vol met ontroerende, kleine vertellingen die soms haast
de impact hebben van een hele roman. De personages zijn cynisch, veelal in
zichzelf gekeerd en vechtend tegen somberte. Maar tegelijkertijd is deze bundel
juist ook bijzonder humoristisch - en dat is misschien wel de grootste
kwaliteit van Biesheuvel. In de bovenkooi
deed bij mij wat alleen echt overtuigende boeken kunnen: ze laten me anders
naar de werkelijkheid kijken. Vooral op zee zijn Biesheuvels
scheepvaartverhalen nooit ver weg.
- Vladimir Nabokov - The real life of Sebastian Knight (1941)
Van veel auteurs die als
'meesterlijk' of in elk geval 'klassiek' bekend staan, vind ik het werk niet om
door te komen. Om een of andere reden vermoedde ik ook lang dat dat voor
Nabokov zou gelden: jarenlang stelde ik zijn werk uit, tot mijn redacteur Erik
de Bruin maandenlang wapperde met een uitgave van Lolita, die ik volgens hem beslist moest lezen. Dat deed ik, het
boek beviel, en sindsdien heb ik me gestort op Nabokovs verzameld werk, waar ik
The real life of Sebastian Knight
tegenkwam. In deze roman probeert de verteller na de dood van zijn schrijvende
halfbroer diens levensverhaal te reconstrueren, maar stuit op allerlei
dubbelzinnige gegevens, waarmee zich niet een traditionele, kordaat
interpreterende biografie laat componeren. Een gelaagd, grappig, origineel en
indringend boek. In alleen de eerste alinea zit al meer spanning en originaliteit
dan in veel volledige romans.
De Derde Persoon van uitgeverij Thomas Rap is nu verkrijgbaar